Neen, probeert u maar niet om in een Engels (of ander) woordenboek bovenstaande termen op te zoeken. U zult ze niet aantreffen. Ik heb ze zelf ‘geconstrueerd’ naar analogie van twee begrippen die u mogelijk wél in een Engels woordenboek gaat aantreffen, nl. ‘overtourism’ en ‘detourism’.
‘Overtourism’ betekent vrij vertaald het verschijnsel dat een populaire reisbestemming overspoeld wordt met een niet te stuiten en alsmaar toenemende golf van toeristen. Steden zoals bijvoorbeeld Venetië, Barcelona en Amsterdam voelen zich slachtoffer van ‘overtourism’. ‘Detourism’ is het antwoord hierop: een poging om toeristen een andere route te laten nemen of om andere steden, gebieden of bezienswaardigheden te laten bezoeken om zo de druk op de populaire locaties te verminderen.
Niet alleen het milieu, ook de plaatselijke bevolking lijdt onder ‘overtourism’. Je kunt zo maar je ‘credits’ kwijtraken ….
Ook de populaire wegen naar Santiago bezwijken onder de druk van een te veel aan pelgrims die in dezelfde periode via dezelfde wegen naar Santiago willen stappen. Jaarlijks zien we een toename met ca. 8%. Het zou me niet verbazen als we in het eerstvolgend Jacobusjaar (2021) de grens van de 400.000 pelgrims gaan benaderen, misschien zelfs overschrijden!
Hoe valt deze ontwikkeling te verzoenen met de toenemende druk om duurzamer te gaan leven en reizen? ‘Detourism’ zoals hierboven beschreven lijkt een aannemelijk, logisch en intelligent antwoord, maar werkt dat ook?
Is het mogelijk pelgrims massaal te ‘dirigeren’ naar andere, minder drukke camino’s en dit dan ook nog eens meer gespreid in de tijd? Experimenten, bekend vanuit de sociale psychologie laten zien dat een al te groot optimisme niet gerechtvaardigd is. Mensen zijn, met alle respect, ‘kuddedieren’. De massa volgt de massa. Wij zoeken ‘safety in numbers‘. We voelen ons veiliger, meer op ons gemak wanneer we in een groep of met velen zijn! (Vraag: als je de keuze hebt uit een restaurant waar niemand zit en een restaurant waar het behoorlijk vol is, welk kies je dan?)
Bovendien is de economische situatie in Spanje en zeker in Galicië, van dien aard dat de inkomsten die de lokale economie met de camino genereert, meer dan welkom is. Of dat op termijn ook zo is valt nog af te wachten, maar als je nú honger hebt, wil je nú die boterham. Hetzelfde geldt voor de reisbureaus en andere commerciële organisaties die hun graantje willen meepikken van de alsmaar stijgende populariteit van de camino. Een duurzame oplossing vanuit die hoek verwachten getuigt van weinig realisme.
Kortom de camino naar Santiago staat voor een uitdaging van formaat en dé oplossing is nog niet in het vizier. Ik zie een belangrijke taak weggelegd voor nationale en internationale Compostelagenootschappen en de overheidsdiensten die een brug moeten bouwen tussen de wensen van de pelgrim/toerist en de ecologische draagkracht van een gewilde streek. Zij kunnen via hun voorlichtingsactiviteiten pelgrims kennis laten maken met minder gekende en dus minder bewandelde paden naar Santiago. Bovendien zijn vele pelgrims ook vragende partij. Een klein, maar m.i. groeiend deel van de pelgrims is intrinsiek gemotiveerd om bewuster te stappen. Zij zijn bereid om andere keuzes te maken omwille van het milieu of de bescherming van lokale gemeenschappen. Zij zullen het gemakkelijkst te overtuigen zijn.
Voor de grote groep niet intrinsiek gemotiveerden komt het erop aan hen door een alternatief aanbod zodanig te prikkelen dat zij persoonlijk geraakt worden. En ‘overtourism’ raakt ook hen, want het belet hen zich persoonlijk te profileren. Deel uitmaken van een groep van pakweg 150.000 pelgrims die de camino Francés stapten voelt minder bijzonder aan dan achteraf foto’s en ervaringen kunnen delen van een minder bekende camino zoals bijvoorbeeld de camino Baztan, de camino Aragonés of de Ruta dela Lana, om er maar enkele te noemen.
Comments are closed.