Zij die al een keer een camino naar Santiago de Compostela stapten, hebben zeer waarschijnlijk al eens over ‘Ultreia’ gehoord. Voor een aantal onder hen zal de betekenis bekend zijn. Weinig pelgrims echter kennen de oorsprong van deze met onbruik bedreigde groet en nog minder kennen de precieze ‘toepassing’ ervan.
Onder Nederlandse pelgrims is ‘Ultreia’ geen onbekend begrip. Immers, de nieuwsbrief van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob (de tegenhanger van de Vlaamse ‘¡Hola!‘) heeft haar nieuwsbrief deze naam meegegeven.
Onder de historici zijn er die beweren dat ‘Ultreia’ meer dan alleen maar een groet inhoudt. Het zou een uiting van vreugde en eerbetoon zijn in de betekenis van ‘Hallelujah!’. Pelgrims die in de vorige eeuwen Santiago naderden en vanaf de Monte de Gozo (berg van de vreugde) de kathedraal in zicht kregen, slaakten deze vreugdekreet en prezen hun Heer omwille van hun behouden aankomst.
Algemeen wordt echter aangenomen dat ‘Ultreia‘ vooral een groet is die tegelijkertijd een aanmoediging inhoudt. ‘Ultreia‘ (ook: ‘Ultreya’ of ‘Utrella’) betekent als ‘Hou vol‘ of ‘Vooruit‘ of ‘En verder‘. Deze aanmoediging kan betrekking hebben op het fysieke uithoudingsvermogen, maar is ook bedoeld ter ondersteuning van de spirituele weg die menig pelgrim gaat. Bij uitbreiding zien sommigen het als een aanmoediging om ‘het leven vol te houden’. De camino als metafoor voor het leven! Tegenwoordig is deze groet terug te vinden in het onder pelgrims bekende pelgrimslied.
Tous les matins nous prenons le chemin,
Tous les matins nous allons plus loin.
Jour après jour, St Jacques nous appelle,
C’est la voix de Compostelle.
Ultreïa ! Ultreïa ! Et suseia Deus adjuva nos !
Chemin de terre et chemin de Foi,
Voie millénaire de l’Europe,
La voie lactée de Charlemagne,
C’est le chemin de tous mes jacquets.
Ultreïa ! Ultreïa ! Et suseiaDeus adjuva nos !
Et tout là-bas au bout du continent, Messire Jacques nous attend,
Depuis toujours son sourire fixe,
Le soleil qui meurt au Finistère
Ultreïa ! Ultreïa ! E suseia Deus adjuva nos !
In 2016 had ik het genoegen om de Bask Bernard Eyharts live dit lied te horen zingen. Bernard baat op enkele kilometers van Ostabat (GR 65 / Via Podiënsis) de gîte ‘Gainekoetxea’ uit. Niet te missen als je daar passeert!
De vroegste bron die melding maakt van ‘Ultreia‘ is de Codex Calixtinus, ook wel ‘Liber Sancti Jacobi‘ genoemd, een 12e eeuwse codex die bewaard werd in de kathedraal van Santiago. Deze codex vermeldt een 11e eeuwse hymne, Dum Pater Familias, waarin de regel ‘Ultreïa ! Ultreïa ! Et suseia Deus adjuva nos ! ‘ opduikt, hetgeen zoveel betekent als : ‘Vooruit! En verder! Hogerop! Moge God ons helpen!’
Aan deze versregel kan ook de toepassing van deze groet worden ontleend. Wanneer een pelgrim een andere pelgrim begroet met ‘Ultreia‘ (‘vooruit‘) zal de ander antwoorden met ‘Et suseia‘ (‘en hogerop‘). Men neemt aan dat men deze groet enkel hanteert wanneer pelgrims elkaar ontmoeten en dus niet wanneer een pelgrim een local (die niet op weg is) ontmoet. In dit geval zal de begroeting bestaan uit het thans alom gehanteerde ‘¡Buén camino!‘. De pelgrims die ‘traditie’ hoog in het vaandel schrijven doen er dus goed aan om, onderweg zijnde, de ultreia-groet te bezigen om zo mee helpen te voorkomen dat deze traditie helemaal in onbruik raakt.
Comments are closed.