Elkeen die de camino wandelt heeft daar zo z’n redenen voor: geloofs- of religieuze redenen, als culturele onderneming, als sportieve uitdaging of als een middel om even te ontsnappen aan de dagelijkse routine. Hoe je het ook keert of draait, je rugak pakken en er een paar dagen tussenuit trekken helpt je om de dagelijkse beslommeringen even te vergeten. Als die ‘paar dagen’ echter 6 weken of 3 maanden wordt en ‘er tussenuit’ niet zo maar naar het even waar gaat, maar naar de camino leidt, dan heb je best kans dat je aan iets begonnen bent dat je leven compleet kan veranderen en er een basis wordt gelegd voor wat sommigen ‘caminoverslaving’ noemen.
Ik heb er velen ontmoet op de camino: ouders die een kind verloren hebben, kinderen die hun ouders te vroeg kwijtraakten, mannen of vrouwen die zonder hun partner verder moesten en zo kan ik nog even doorgaan met het opsommen van mensen met verlieservaringen. Rouw en verlies speelt ook een rol bij zovele pelgrims die ernstig ziek zijn of ziek geweest zijn, hun job verloren, voor belangrijke overgangsmomenten stonden, grote financiële tegenslagen kenden of diep teleurgesteld raakten in de menselijke relaties waarin ze zo sterk geloofden.
Wat drijft deze mensen naar de camino? En waarom, eenmaal op de camino, praten zij daar zo open en veelal ongevraagd over? En waarom trekken vele caminogangers een scherpe markeringslijn in hun ervaringen, een scheidingslijn die hun verleden verdeeld in een periode vóór en een periode ná hun eerste camino?
Een definitief en afdoend antwoord heb ik hiervoor niet paraat, maar ik ben er wel van overtuigd dat de camino wandelen iets met je doet, een innerlijke verandering teweegbrengt, je helpt om op een ándere manier dan voorheen naar de wereld, de ander én jezelf te kijken. En in alle bescheidenheid: voor ‘andere manier’ mag je wat mij betreft ook ‘rijkere manier’ lezen!
Dag in, dag uit, week in, week uit helemaal op jezelf aangewezen zijn, de wereld in je opnemen tegen gemiddeld 4 km per uur, terugvallen op de dagelijkse routine van eten – stappen – slapen; niemand die je aanspreekt op wie je bent of verondersteld wordt te zijn; het kunnen en moeten loslaten van al die zaken die je denkt te moeten, maar je uiteindelijk alleen maar onvrijer maken; de kansen die hierdoor weer ontstaan, want er is weer (meer) ruimte …. Het kan niet anders dat hierdoor de blik ook naar binnen wordt gericht en dat je met de steun van de ongenaakbare natuur die je omringt, aan de slag kunt gaan met die gedachten en gevoelens, waarvan je wellicht wel enige notie had ze ergens ver weg er waren, maar nu als het ware vanzelf komen bovendrijven en smeken om aandacht.
Sinds enkele jaren stel ik steeds vaker vast dat (psycho)therapeuten wandeltherapie in hun aanbod hebben opgenomen. Zij beweren dat middels wandeltherapie “de neerwaartse spiraal waarin mensen soms verkeren, doorbroken wordt”. Door buiten te wandelen, zo stellen zij “kun je al je zintuigen prikkelen en werken je zintuigen als een kompas voor de innerlijke belevingswereld. Door de bewegingen van je lichaam komt ook je geest in beweging.”
Beschuldig me a.u.b. niet van overdrijven als ik voorstel om het laatste ‘?’ in de titel van deze post (zie boven) te vervangen door een ‘!’ ☺
Comments are closed.