9 juni 2016: van Grandas de Salime naar A Fonsagrada.

Song: With or Without You – U2

Gedachte van de dag: het is beter om je niet over alles wat fout kan lopen druk te maken. Naïef erop vertrouwen dat alles vanzelf goed komt is dan weer het andere uiterste. Evenwicht, dat is de sleutel.

Weer: zonnig in de eerste uren, daarna af en toe wat hoge bewolking. Een aangename 22 graden viel me te beurt.

Het was rustig slapen met zijn 3-en in nieuwe bedden voorzien van een goede matras. Het leven van de pelgrim lijkt met de tijd steeds meer luxe te krijgen. Na een snel ontbijt in een plaatselijke bar was ik omstreeks half negen op pad. Redelijk laat voor een etappe van deze omvang. Ik blijf me verbazen over de tegenstelling tussen de Primitivoroute en de Kustroute voor wat betreft het aantal kilometers over asfalt. Tot nog toe, zo schat ik in, ging hooguit 20% van de kilometers over asfalt en vandaag was dat niet anders. Mooie wandelpaden, af en toe evenwijdig aan de verkeersweg, maar meestal over een totaal ander traject dat bovendien in veel gevallen nog korter blijkt te zijn ook.

Het belooft weer een mooie dag te worden

De eerste 5 km naar Castro liepen over relatief vlak terrein. Behalve een kapel, enkele boerenhoeves en een bar, viel hier amper iets te beleven. Het was nog te vroeg om nu al iets te gebruiken in de enige bar op het traject van vandaag. Ik had bovendien 2 liter water mee, want ook vandaag zou het relatief warm worden. Na Castro ging het in een gestage klim over ongeveer 6 km opnieuw naar 1100 meter hoogte. Op Alto del Acebo is het de laatste keer dat de camino de 1100 meter overschrijdt. Opnieuw was de klim goed doenbaar en bood wederom geweldige vergezichten én de obligate windmolens. Geel en paars domineerden autoritair de omgeving. Soms leek het er zelfs op dat er afgesproken was dat de gele brem zich aan de linkerkant van de weg diende op te houden en de paarse heide aan de overkant.

 Vanaf Alto de Acebo ging het via gehuchtjes als Cabreira, Fronfria en Barbeitos in een lekker tempo naar beneden. Even na Alto de Acebo bleek er toch een bar te zijn en daar werd gretig gebruik van gemaakt, want nagenoeg alle pelgrims die ik gisteren in Grandas gezien had, waren daar al of arriveerden er terwijl ik er genoot van een portie olijven, een heerlijk stuk Santiagotaart (de eerste deze camino) en een ‘Americano con leche aparte’.

Vlak na de pas verlaat camino Asturië om vervolgens Galicië aan te doen. Hier is het even goed opletten, want vanaf nu wijst de schelp de andere kant op. In Galicië wijst de open kant van de schelp de richting aan die gevolgd moet worden. Vreemd dat men hierover geen uniforme afspraken wenst te maken. Wellicht is het voor Galicië een van de manieren om haar (gewenste) autonome positie te onderstrepen. Omstreeks 14.00 uur begon ik aan het laatste klimmetje van de dag. Om het centrum van A Fonsagrada te bereiken moest er de laatste kilometer opnieuw naar 900 meter geklommen worden, maar dat was met de geur van de stal in de neus geen echte opgave meer.

De ‘heilige bron’ (fuente sagrada) waaraan de plaats haar naam te danken heeft en op de achtergrond de uitstekende albergue ‘Cantabrica’

A Fonsagrada ontleent zijn naam aan de aanwezigheid van de Fontem Sacra (heilige bron), die al eeuwen de pelgrims, die de zware oversteek van de Acebocol achter de rug hebben, van fris drinkwater voorziet. A Fonsagrada is een flink uit de kluiten gewassen plaats met alle denkbare voorzieningen voor de pelgrim, inclusief hotels, hostels en een albergue (Cantábrico).

Samen met 5 Fransen aan tafel voor een uitstekende, en vooral gezellige maaltijd.