8 mei 2018: van Haro naar Santo Domingo de la Calzada

Vandaag stond onze laatste etappe van de Camino Vasco Interior met als eindbestemming Santo Domingo de la Calzada, op het programma. Santo Domingo is gelegen aan de rivier de Oja, waaraan de streek ook haar naam te danken heeft ( Rio Oja → Rioja). Het plaatsje Santo Domingo de la Calzada (6.500 inwoners) op haar beurt, dankt haar naam aan de heremiet Santo Domingo, wiens levenswerk het was om de pelgrimswegen naar Santiago begaanbaar te maken en te houden. Zo bouwde hij niet alleen een brug over de Oja, maar zorgde hij ook voor een pelgrimshospitaal (nu een Parador!) en legde hij een alternatieve weg (weg = calzada) aan voor pelgrims die eeuwen geleden om wat voor reden dan ook Santo Domingo (dat toen nog niet zo heette), wilden vermijden. Deze alternatieve route (itinerario) is momenteel nog bestaande en is bekend onder de benaming Calzada of Camino de los Romanos, een 32 km lang traject dat Najerra met Tormantos verbindt.  

Het graf van de heilige Domingo bevindt in de kathedraal van Santo Domingo de la Calzada, welke gebouwd werd op de plek waar destijds zijn ermitage stond.

Het graf van Santo Domingo

Pelgims die verder willen naar Compostela kunnen vanaf hier de Camino Francés volgen. De pelgrim die van rust houdt moet zich echter realiseren dat hij vanaf hier zal opgaan in de stroom van pelgrims die, vaak in processie, voorttrekken naar Santiago. In 2018 waren er dat ruim 300.000 waarvan bijna driekwart via de Francésroute.

Het toeval wil dat wij vandaag, de laatste etappe, onze 2e pelgrim hebben ontmoet, nl. Pepé. Vandaar dat ik in het begin van dit blog ook sprak van de Camino van Marina en Pepé, de enige twee pelgrims die we op onze route tegenkwamen. Overigens was de ontmoeting met Pepé er bijna helemaal niet geweest, want Pepé had in Estavillo aanvankelijk gekozen voor de route naar Burgos, maar bedacht zich op weg naar Miranda de Ebro en keerde terug naar Estavillo om vervolgens richting Santo Domingo de la Calzada te gaan stappen.

 

Met Pepé op weg naar Santo Domingo

Nog een kleine 21 km scheidden ons vanmorgen van het eindpunt van deze Camino Vasco del Interior, die op zo ‘n 750 meter vóór de kathedraal samenvloeit met de Camino Francés. Het was een weinig spectaculaire etappe met onderweg twee dorpjes op onze route, respectievelijk Zarratón (na 9,5 km) en Bañares (na 15 km) elk met de nodige voorzieningen. Op beide plaatsen hebben we even halt gehouden om in een plaatselijke bar een warme koffie te nemen, want de temperatuur liet het nog altijd een beetje afweten. Toch mogen we niet klagen over de weersomstandigheden want die waren gedurende onze gehele tocht aanmerkelijk beter dan de voorspellingen steevast aangaven. Uiteindelijk hebben we op slechts 2 wandeldagen regen gehad en dat niet langer dan een uurtje. Als we de nieuwsberichten mogen geloven, dan waren we vele malen beter af dan de pelgrims die gedurende dezelfde periode de Camino del Norte stapten. Volgens de berichten zijn de weersomstandigheden daar bar en boos.

 

In één van de barretjes onderweg werden we getrakteerd op allerhande ‘wijsheden’ (Van sommige personen houdt men het ganse leven. Van anderen zelfs daarna.)

Behalve de ontmoeting met Pepé valt er over deze etappe weinig te melden. De laatste vijf kilometer komt de kathedraal van Santo Domingo al herkenbaar in het zicht en dat werkt een beetje misleidend voor wat betreft de nog te stappen afstand. “We zijn er zo”, betekent toch nog anderhalf uur flink doorstappen.

 

Nu is het einde van de tocht en de etappe werkelijk nabij.

Bij het binnenlopen van Sant Domingo werden we binnen de kortste keren verzwolgen door de grote hoeveelheid pelgrims van de Francésroute. Niet echt een aangenaam gevoel. Weg stilte, weg rust, weg contemplatie. Het viel ons bovendien op dat vele van de pelgrims die we zagen te kampen hadden met lichamelijke ongemakken. Strompelen, hinken, blikken op oneindig, het werd allemaal opgevoerd en dit riep bij ons toch wel even de bedenking op dat niet elke pelgrim goed voorbereid op weg gaat of onderweg zijn mogelijkheden goed weet in te schatten. Uiteraard waren er ook pelgrims, vooral de wat oudere zo kwam het ons voor, die hiervan weinig last leken te hebben en ons vriendelijk begroetten en één en al oog waren voor de omgeving.

Het kostte ons enige moeite om ons pension te vinden, ook al omdat ik een fout adres had ingegeven in mijn smartphone, waardoor de etappe uiteindelijk op 24 km neerkwam.

 

Kippen in het museum, kippen op folders, kippen in de etalages, …….

Omdat ik bij mijn vorige passage in Santo Domingo de kathedraal niet had bezocht, besloten we dit vandaag wél te doen ondanks mijn weerstand tegen het moeten betalen voor een bezoek aan een kerk. De gereduceerde prijs van 3 euro bood bovendien, behalve een bezoek aan de schitterende kathedraal (zo bleek achteraf), de mogelijkheid om de immense schatkamer te bezoeken. Hiermee kreeg ik toch een beetje het gevoel eerder te betalen voor een museumticket dan voor een kerkbezoek. Goed voor mijn gemoedsrust.

 

Kippen in de kerk. Even laat de haan een glimp van zich opvangen.

Van de haan en de kippen konden we slechts een glimp opvangen, want deze dieren moeten al echt voor het raam van hun verblijf verschijnen wil de bezoeker hen kunnen spotten. Ik kan niet oordelen over de omstandigheden waarin deze diertjes daar verblijven, maar het komt me zo voor dat de scharrelmogelijkheden eerder beperkt zijn in zo ’n hok in een kerk en dat deze dieren, ondanks (of juist dankzij?) de prominente rol die de haan vervult in de legende van dit plaatsje, een beter lot (lees: weiland of erf) verdienen.