8 juni 2016: van Berducedo naar Grandas de Salime.
Song: Spinning Wheel (‘what goes up, must go down’ ….)- Blood Sweat & Tears
Gedachte van de dag: Vaak gaan de lasten aan de lusten vooraf. In het zweet des aanschijns ….., later volgt de beloning (!?)
Weer: stralende zon van het begin tot het einde van de wandeling, met tegen het middaguur zo ’n 30 graden.
Gisterenavond trof ik in Berducedo een Brit en een Puerto Ricaan die me uitnodigden om mee aan te zitten bij het avondmaal. In de albergue was er wel mogelijkheid om te eten, maar op mijn vraag naar een schotel zonder vlees kwam men niet verder dan een salada mixta, macaroni of tortilla. Dat stond de laatste drie dagen ook al op het menu en daarom zocht ik een plaatselijke bar op. Ik liet me verrassen door ‘calamares en su tinta‘, volgens de uitbater een aanrader. Ik schrok wel even toen ik het bord voor me kreeg: een hoopje zwarte blubber en daarnaast een timbaaltje met gekookte rijst waarover een oranje saus lag. Wel een mooie kleurencombinatie, maar ik moest toch enige weerstand overwinnen om me aan de zwarte spijs te begeven. Zwarte voeding ligt niet meteen in de lijn der verwachtingen. Het gerecht smaakte evenwel voortreffelijk. De salade die erbij geserveerd werd gaf een frisse toets aan het geheel. De avond vloog voorbij, want ik moest me reppen om nog vóór 10-en in de albergue te zijn. Uiteraard gingen de gesprekken over de wandelervaringen van eenieder, maar ook over de Brexit, de politieke situatie in England, de speciale positie van de Puerto Ricanen die Amerikaans staatsburger zijn, maar geen stemrecht hebben, maar dan weer wel aan de primaries mogen deelnemen.
In Berducedo is er een bar die al om 6.00 uur open is en waar je het ontbijt kunt gebruiken. Het was daar om 6.30 uur al een drukke bedoening. Prettige bijkomstigheid was dat er tevens een winkeltje aan de bar verbonden was, zodat er ook nog de inkopen voor onderweg konden gedaan worden. Voor het eerst trok ik met 2 liter water op pad. Dat zou moeten volstaan voor de eerste 16 km te overbruggen. Op dat traject is er geen enkele voorziening.
Op basis van de gids leek het vandaag om een redelijk gemakkelijke etappe te gaan. Tot La Mesa (km 4), een piepklein dorpje, maar wel met een albergue, was dat ook het geval. Daar bood zich echter een klim van om en nabij de 2 km aan, die er mocht wezen. Niet op gerekend en de opwarmende zon maakte het nog een tikkeltje moeilijker. Ook hier boven op de top in Buspol de niet weg te denken windmolens (aerogenadores) in een kale open vlakte met lage heidestruiken waarin geen boom te bekennen viel.
Vanaf Buspol gaat het over een afstand van ruim 6 km in duizelingwekkende vaart bergaf. Vanaf 1050 meter naar iets meer dan 200 meter bij het stuwmeer van Salime. Eerst over een transportweg voor hout, daarna over de weg, vervolgens over bospaden en tenslotte over ruige rotspaden. Niet gevaarlijk, maar wel een forse aanslag plegend op knie- en enkelgewrichten als gevolg van het constante remmen, nodig om te weerstaan aan het sterke dalingspercentage. Toch kon dit de wandelpret niet drukken, want de natuur was vandaag weer op zijn mooist. Aanvankelijk zaten we nog ruim boven het wolkendek, om vervolgens door het dek heen, in het dal te duiken waar de Rio Navia voor enorme kloven heeft gezorgd en uiteindelijk tegengehouden wordt door een stuwmeer ten behoeve van een elektrische centrale, nog gebouwd onder het Francoregime.
Er werden hiervoor 685 ha land opgeofferd en er verdwenen heel wat woonkernen. Ook het oorspronkelijke dorpje Salime, de vroegere hoofdstad van het district, ligt nu geheel onder water in het stuwmeer en de bevolking moest verhuizen naar een 4 km verderop gelegen heuvel.

Moeilijk te begrijpen dat dit technisch hoogstandje in een schitterende omgeving niet toeristisch geëxploiteerd wordt
Die heuvel was voor de pelgrims het toetje van de dag, want de zon had inmiddels de omgeving opgewarmd tot zo ’n slordige 30 graden en onder die conditie moesten de laatste 5 kilometer afgelegd worden naar Grandas de Salime, waarbij er opnieuw 400 hoogtemeters moesten beslecht worden. Omstreeks 2 uur arriveerde ik in albergue ‘Casa Sanchez’. Een pas geopende voorziening waar ik een kamer deel met een Ierse een een Deense pelgrim.
Op een af, klimmen en dalen, dat was het scenario van de dag. Inspanningen, ontspanning, de last van het klimmen en de lust van het dalen. Bijna zoals in het reguliere, dagelijkse leven.
Comments are closed.