27 april 2018: van Irún naar Pasajes de San Juan.

Vóór de start van onze Camino Vasco hadden we al besloten in de eerste etappe af te wijken van het reguliere traject van deze camino en het advies te volgen uit onze wandelgids ( Jacobsweg durch den Tunnel von San Adrián, 149 ). Dus niet naar Hernani, maar naar San Sebastián via de route van de Camino del Norte. Ook het advies om Hondaribbia, enkele kilometers buiten de route, niet ‘rechts’ te laten liggen, volgden we op.

De weersvoorspellingen voor de komende dagen waren deze ochtend allesbehalve gunstig. Nochtans hebben we vandaag relatief veel zon gehad. Enkel in de namiddag was er heel even een kort miezerig buitje zonder veel betekenis.

Na minder dan een uur stappen wandelden we via de oude stadspoort met ophaalbrug Hondaribbia (Spaans: Fuenterrabía) binnen. Dit Baskische plaatsje met zijn ca. 16.000 inwoners bleek om meerdere redenen zijn bezoek waard. Zo is er de middeleeuwse architectuur met in de dorpskern o.a. het kasteel van Karel V (thans Parador hotel), de kleurrijke vissershuizen met houten balkons, de statige pleintjes en smalle kasseistraatjes. Dit alles samen met de oude stadsmuren, ophaalbruggen en slotgrachten, maakt van Hondaribbia een sprookjesachtig en uitermate fotogeniek plaatsje. Op het plein vóór de Parador genoten we in een schoorvoetende ochtendzon van onze eerste koffie.

 

Hondaribbia: het pleintje vóór het tot Parador omgevormd paleis van Karel V (niet in beeld) met zijn vrolijke, verschillend geschilderde huizen. De vissers schilderen hun huizen met de verf die rest ná het schilderen van hun vissersboten.

Zonder enige moeite konden we de route weer oppakken richting Santuario de Guadalupe, dat door zijn ligging op de ‘monte Jalzkibel’ (545 m), bij helder weer al van op grote afstand zichtbaar is.  Via een pittige beklimming, waarvan het laatste deel gemarkeerd wordt door 14 betonnen kruisen op enige afstand van elkaar, refererend aan de staties van de H. Kruisweg, bereikten we dit 16e eeuws ermita, annex kerkje. De bewoners van Hondaribbia vereren hier hun patrones, O.L.V. de Guadalupe en herdenken er jaarlijks op 8 september de overwinning op de Franse troepen in 1638 middels een groots massaspel, vergelijkbaar met de Evermarusevocatie zoals wij die kennen in het Limburgse Rutten.

 

Het Santuario de Guadalupe met op de voorgrond één van de 14 betonnen kruisen. Het kerkje zelf is zeer in trek bij trouwlustigen. Een mededeling op de kerkdeur maakte duidelijk dat alle data voor 2018 al toegekend waren.

Door een prachtig stuk natuur met vergezichten op de kust en het mondingsgebied van de rivier Bidasoa, maar niet zonder fysieke inspanning vanwege de regelmatige hoogteverschillen, arriveerden we in Pasajes de San Juan. Dit (ook al weer) zeer pittoreske plaatsje vormt samen met Pasajes de San Pedro en de tussenliggende baai, een natuurlijke haven waar er tot op de dag van vandaag visserschepen aan-  en afvaren. Hier moet de pelgrim, wil hij zijn route verder zetten zonder al te grote omweg, gebruik moet maken van een veerpontje, om de ca. 300 meter brede baai over te steken. Deze oversteek bewaarden wij voor de volgende dag, want we besloten te overnachten in de plaatselijke albergue de perigrinos Santa Ana.

 

Omstreeks 15.30 uur waren er reeds 14 pelgrims gearriveerd en daarmee was de albergue vol. Ja, we zijn (nog) op de Camino del Norte

Albergue Santa Ana in Pasajes San Juan is een prima albergue, zij het dat de capaciteit aan de lage kant is. Een erg vriendelijke hospitalero nam ruim de tijd om de huisregels uit te leggen. Een bijzondere regel was zeker dat opstaan vóór 7 uur strikt verboden was. Hij zou daar zelf op toezien, want ook hij overnacht in de albergue. 

 

Voor 80 eurocent brengt het pontje de pelgrim naar de overkant. Van daar kan hij verder langs een bijzonder fraai wandeltraject naar San Sebastián. Voor de fietsers is er, gezien de aard van het terrein, na de overzet een route langs de openbare weg voorzien.

Klik op de pijl LINKS op deze pagina om naar het verslag van de VOLGENDE dag te gaan.