7 juni 2016: van Peñaseita naar Berducedo.

Song: I’ m Lucky – Joan Armatrading

Gedachte van de dag: triomf zonder publieke belangstelling is geen triomf. Of toch?

Weer: zon vanaf het eerste uur. Gevoelstemperatuur zo ’n 21 graden

Het is wel even wat anders als je kunt opstaan wanneer je wil en geen rekening hoeft te houden met anderen. Om half 7 was het al behoorlijk licht en liet de zon zich zien. Een uur later was ik op pad. Toch wel een beetje gespannen, want vandaag staat de zwaarste etappe van de Camino Primitivo op het programma.

De Rio Nisón heeft hier voor schitterende kloven en valleien gezorgd.

Gisteren had de mevrouw in de bar waarover ik schreef, me gezegd dat de etappe en vooral de beklimming naar Puerto del Palo minder zwaar is dan in het algemeen beweerd wordt. Ik zal haar niet tegenspreken. Van mijn eerste camino herinnerde ik me dat ik de etappe naar O Cebreiro ergens 5 kilometer voor de top onderbroken had om te overnachten in een plaatselijke albergue, maar de ochtend daarna wel wat problemen had omdat ik meteen aan het klimmen moest. Daarom heb ik vandaag alvorens aan de wandeling te beginnen even flink gestretcht (dat had niemand willen zien) en vooral heel rustig de eerste kilometers bergop afgelegd. Klimmen is, althans dat vind ik, vooral een kwestie van mentale instelling. Ik had de route goed in mijn hoofd waardoor echte verrassingen achterwege bleven.

Nog even tot bij de hoogspanningsmasten om bij Puerto del Palo te arriveren: het ‘dak’ van de Camino Primitivo.

Het open en heldere weer trakteerde me voortdurend op nieuwe vergezichten en  het idee dat ik helemaal alleen was in deze overweldigende natuur gaf me een speciaal gevoel. Na een 3-tal kilometers moest de fleece trui echt uit en na een flinke slok fris water kon aan de echte klim begonnen worden. De laatste 3 kilometer waren werkelijk zeer steil, maar bij elke stap was ik een beetje trotser op mezelf omdat ik het toch aan het klaarspelen was. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik opeens een groepje fietsers voor me zag. Nou ja fietsers, het waren voetgangers met de fiets aan de hand. Ondanks de overduidelijke waarschuwingen in de gids om als fietser alleen de verkeersweg te gebruiken, hadden deze pelgrims zich toch aan de wandelpiste gewaagd. Het zal hun zwaar opgebroken zijn, want nadat ik hen eenmaal gepasseerd had, heb ik verderop in de klim meermaals aan hen moeten denken bij stukken die dermate steil waren dat het zelfs zonder fiets moeilijk te doen was. De beloning boven op de top mocht er zijn. Een mix van eigen trots en een adembenemend uitzicht op de omgeving zorgden voor een onvergetelijke ervaring op dit hoogste punt van de camino (1.146 m). Woeste graslanden, bergketens en een eindeloze horizon. Een onherbergzaam gebied, zeker in de winter, waar alleen de hoogspanningskabels naar de hand des mensen verwijzen. Ook de afdaling had veel moois in petto met een goed begaanbaar wandelpad dat af en toe de verkeersweg kruiste. Zo nu en dan toch een dorpje met enkele huizen, van de ene naar de andere vallei freewheelen, want zo voelden de eerste kilometers van de afdaling aan. Ik wist dat er na een daling van 300 hoogtemeters weer opnieuw naar 1000 meter moest worden geklommen, dus nog niet te vroeg victorie kraaien. Maar ook die hindernis werd volledig overtroefd door de schoonheid en ongeschondenheid van de omgeving. Toch was er even een hachelijk moment. Toen ik moest uitwijken voor een koe (of was het een stier?) die midden op het wandelpad stond en niet van plan was aan de kant te gaan, kwam ik op wel heel oneffen terrein terecht en ging tegen de vlakte. Zo dat hebben we dan ook weer gehad, want bij elke wandeling tot nog toe ga ik een keertje tegen de grond. Als koeien kunnen lachen, dan hebben ze een plezierig moment beleefd, want mijn val was redelijk houterig en slungelig mede door de rugzak en mijn wandelstokken, waarin ik met mijn polsen vastzat. Behalve een vuile broek, bleven er geen andere sporen achter van deze stuntelige val.

Boven op de Puerto del Palo

In Lago kwam ik voor het eerst sinds mijn vertrek vanmorgen weer in de bewoonde wereld terecht. De bar, onmiddellijk bij het binnenkomen van het gehuchtje, ligt zoals de gids terecht opmerkt, zeer strategisch. Blijkbaar zijn er toch heel wat wandelaars onderweg, want het terras zat vol. Hier zag ik ook voor het eerst wat de klim bij een aantal wandelaars had aangericht. Een Roemeense familie probeerde, meer dood dan levend, weer op krachten te komen en even later strompelde een half kreupele Italiaan het terras op. Later in Berducedo was nog meer van al dat fraais te zien. Ook bij de twee Oekrainse meisjes had deze etappe erin gehakt. Hun voetproblemen hadden hun moreel wel een tik gegeven. Ze vroegen zich af of ze wel verder konden en/of wilden.

 

Berducedo wordt in de gids als ‘grootste’ plaats op deze hoogvlakten aangeduid. Dat vraagt toch enige nuancering, want naar onze begrippen kan een dorp met zo ’n 100-tal inwoners deze kwalificatie nimmer toegeschreven krijgen. Toch heeft dit plaatsje altijd een belangrijke rol gespeeld aan de Camino Primitivo gezien zijn strategische ligging na de Puerto del Palo. Dat kon echter niet verhinderen dat ook hier, net als in de andere plaatsjes in dit toch al zo dun bevolkte gebied, sprake is van een verdere gestage leegloop. In amper 50 jaar is het inwonersaantal tot 1/3 gereduceerd van 300 naar amper 100.

Heerlijk genieten in dit koele dennenbos om de laatste kilometers van een zware etappe af te werken.

De albergue in Berducedo waar ik logeer is pas 3 weken open. Netjes, maar weinig sfeervol en op mijn vraag of er vegetarisch eten mogelijk was, stelde men een tortilla voor met een salada mixta. Toen ik niet meteen reageerde gaf men aan dat macaroni ook tot de mogelijkheden hoorde. Ik heb hiervoor gepast en hoop in de plaatselijk bar vanavond een beter voorstel te krijgen. Afwachten. Hoe dan ook, de dag kan niet meer stuk. Het was een geweldige wandeling, ik heb genoten en kijk met meer vertrouwen in eigen kunnen de volgende dagen tegemoet.

De albergue ‘Camino Primitivo’ opende pas 3 weken geleden haar deuren.