4 mei 2014: van Vaylats naar Cahors.
Na een voortreffelijke nachtrust in een aparte kamer in het klooster, die me qua inrichting en meubilair onontkoombaar aan mijn grootmoeder deed denken (de wasteil en de lampetkan ontbraken evenwel), zaten we al vroeg aan het ontbijt. Het ontbijt is Spartaans, maar waarom klagen na zo ’n gastvrije ontvangst in een dergelijke mooie en serene omgeving, waar alles nog zo puur en eenvoudig is. Verrassing: in het convent is er wifi zowel voor de zusters als voor de gasten! Het religieuze moest hier even wijken voor het profane zullen we maar zeggen. Alvorens op pad te gaan maakte ik nog een ommetje van een kleine anderhalve kilometer om vers brood voor onderweg te halen bij de enige bakker in de buurt.
De weersvoorspelling voor vandaag klopt helemaal. Het is voor ons de eerste wandeldag zonder dreigende regen, onder een strakblauwe lucht, continu vergezeld door een bleek zonnetje dat voor een aangename 18 graden zorgde. Wie ons ook vergezelt is de koekoek. Beide voorgaande dagen en vandaag is hij op post en genieten we van zijn herkenbare roep, nu eens dichtbij, dan weer wat verderaf.
De etappe van vandaag had qua natuurschoon en landschap weinig anders te bieden dan voorgaande dagen, ook al merkten we dat het landschap, naarmate we Cahors naderen, stilaan verandert. We laten de causses en de streek van ‘le diamant noir du Quercy‘ (truffels) stilaan achter ons. Behalve enkele borden die verwijzen naar de verkoop van truffels, merken we hier nauwelijks iets van. Ook niet van de befaamde varkens die deze bijzondere champignon moeten opsporen onder de grond in de buurt van eiken- of notenbomen. Naar men ons vertelde wordt de plaats van het varken meer en meer ingenomen door honden die speciaal voor dit doel opgeleid worden.
Het venijn van deze etappe zat in de staart. Cahors ligt in een relatief diep dal aan de Lot en dat betekende dat we de laatste kilometer fors moesten dalen om via de Pont Louis-Philippe de Lot over te steken en Cahors binnen te wandelen. Midden op deze brug is in een ‘accueil pèlerin’, een infopunt voor pelgrims ondergebracht. We werden er hartelijk ontvangen met ‘un sirop’ naar keuze en kregen een stadsplan toegestopt.
Bij gebrek aan andere overnachtingsmogelijkheden, hadden we twee bedden gereserveerd in de plaatselijke jeugdherberg, een kazerneachtig gebouw, dringend aan renovatie toe, een beetje in een achterafbuurt met weinig comfort (drankautomaten werkten niet, internet ‘ne functionne pas’ en de avondmaaltijd, waarvan sprake was in de gids, werd vandaag niet geserveerd. Maar waarom mopperen, de prijs was ernaar en in Cahors zijn er voldoende eetgelegenheden, zij het dat een behoorlijk aantal vandaag (zondag) gesloten was. Aangezien we nog wel een paar uurtjes hadden voor het souper, besloten we wat rond te kijken in onze aankomststad van vandaag.
Cahors wordt bijna geheel omgeven met water, want de ruime meander van de rivier houdt bijna de gehele stad in zijn greep. De ligging van de stad is uniek te noemen, namelijk op een gelijke afstand van de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de Pyreneeën. Voornaamste trekpleister is de kathedraal Saint-Etienne, een monumentaal bouwwerk met verschillende bouwstijlen. Niet verwonderlijk al men bedenkt dat er vanaf de 11e eeuw tot de 17e eeuw aan werd gebouwd en herbouwd. We hebben vooral genoten van de prachtige glasramen en de rijk geïllustreerde timpaan boven de hoofdingang.
Comments are closed.