3 mei 2015: van Lamothe naar Le Haget.
Bij het vertrek vanmorgen vroeg Elena, de uitbaatster van de gîte, aan elke vertrekkende pelgrim om tijdens de eerste kilometers van het traject van vandaag uit te kijken naar haar verdwenen jonge katje. Na een incident met een loslopende hond heeft de poes het op een lopen gezet en is tot op heden niet teruggekeerd. De eerste 7 kilometer zijn een ware lust voor de wandelaar. Een goed begaanbaar pad in een schaduwrijke omgeving met als enig geluid het ritselen van de bladeren en de zang van de aanwezige vogels. Af en toe kom je een wandelaar of fietser tegen uit tegengestelde richting, onder hen ook Elena die onmiddellijk na ons vertrek langs de RN naar Eauze is gefietst en via deze wandel- annex fietsweg, die het traject van een afgedankte spoorlijn volgt, op de terugweg is naar Lamothe. We moeten haar helaas teleurstellen met de mededeling dat we geen poesje onderweg hebben opgemerkt.
Het is zondag en in Eauze is het één en al bedrijvigheid op het centrale plein voor de 15e eeuwse ‘cathédrale Saint-Luperc‘. Volwassenen in nette pakken en kinderen op hun paasbest doen ons veronderstellen dat hier vandaag een aantal kinderen hun eerste H. Communie doen. We besluiten hier een terrasje te pikken en al snel krijgen we het gezelschap van drie wandelaars die net als wij in Lamothe overnachtten.
Het ziet er naar uit dat het vandaag een benauwde dag wordt. Ondanks het nog relatieve vroege uur en de aanwezigheid van een flauw zonnetje voelt het warm aan en zorgt de wandelinspanning voor de nodige transpiratie. Later vernemen we dat deze streek bekend staat om zijn ‘humidité’, hetgeen ervoor zorgt dat bij opwarming al vlug een vochtige atmosfeer ontstaat die op haar beurt verantwoordelijk is voor een klam aanvoelen. Even buiten Eauze halen we Carl, die wat eerder vanaf het terras vertrokken was, opnieuw in. Het is nauwelijks om aan te zien. Dit is strompelen in plaats van stappen. Hij komt amper vooruit. We blijven slechts even in zijn tred en besluiten dan ons eigen ritme weer op te pakken.
Via goed begaanbare onverharde paden wandelen we enkele kilometers langs de rand van een bos. Na een zoveelste klim bereiken we een asfaltweg en zien we voor het eerst in de verte de besneeuwde toppen van de Pyreneeën. Een kleine kilometer verderop wacht ons een verrassing langs de kant van de weg. Onder een schaduwrijke boom op het erf van een boerderij staat een tafel gedekt met koffie, thee, koel water en koek. Een opschrift op een bordje nodigt ons uit om plaats te nemen. Ondanks dat we al een ruime pauze in Eauze namen, besluiten we toch nu al halt te houden voor de lunch. Een kwartier later zitten we met hetzelfde gezelschap als in Eauze, behalve Carl, rond de tafel. De eigenares, een thuisverpleegkundige, komt er bij zitten en er wordt geanimeerd gepraat over de gezondheidszorg in Frankrijk, de plaatselijke wijnbouw, de plannen van de eigenares om in de toekomst ook een gîte te starten, etc. Na een uur duikt ook Carl op. Het is de laatste keer dat we hem ontmoetten. Later horen we dat hij in Manciet, enkele kilometers verderop, halt heeft gemaakt en besloten heeft om enkele dagen rust te nemen.
De resterende 6 km verlopen vlotjes. Enkel in Manciet hebben we even moeite om de route te vinden. Vóór de ‘Église Notre Dame de Pitié‘ treffen we een jong stel dat, behalve hun tent ook hun proviand voor enkele dagen meezeult. Overtuigde veganisten als ze zijn, willen ze zich ervan verzekeren dat hun leefpatroon tijdens de wandeling niet in het gedrang komt. Daarom is het nodig dat ze de voldoende voorraad meedragen. Respect. Zij helpen ons terug op de route. Een half uurtje later duikt Le Haget, eerder dan verwacht, voor ons op. De aanpalende weiden met hun talrijke paarden laten ons snel verstaan dat we aanbeland zijn bij een paardenfokkerij, annex gîte en chambre d’ hôtes. Een pracht verblijfplaats zo zal later blijken.
De aanvankelijk ietwat stugge eigenares toont zich later op de avond een goede gastvrouw en bovenal een goede kok. Samen met drie Oost-Duitse vrouwen, een Frans stel uit Grenoble en Jean-Marc uit Saint-Amour genieten we van een uitstekende maaltijd voorafgegaan door, hoe kan het anders, de aperitief van de streek, nl. floc de Gasconge. Verrassend zijn de kersen op likeur die we als toemaatje aan het eind van de maaltijd geserveerd krijgen. Het is goed toeven in dit gezelschap waarbij Jean-Marc zich steeds meer van zijn humoristische kant laat zien.
Comments are closed.