3 mei 2014: van Saint-Jean-de-Laur naar Vaylats.
Met z’n drieën op een slaapzaal voor 15 personen. Comfortabele bedden, veel ruimte, volop rust en de enige andere gast was al vroeg vertrokken. Goed geslapen dus en na een eenvoudig ontbijt al om kwart over acht op pad.
Het was vandaag een vrij eentonige wandeling. Goed te lopen, nauwelijks hoogteverschillen en weer veel paden geflankeerd door stapelstenen muurtjes.
Werkelijk, behalve een ruiter te paard, vijf mountainbikers, drie motocrossers én een loslopende hond, geen andere wandelaars of pelgrims tegengekomen tot in het plaatsje van onze eindbestemming Vaylats.
Vaylats ligt niet aan de GR 65, maar er is er wel een klooster (couvent) dat sinds jaar en dag pelgrims ontvangt. Onze ervaringen met overnachtingen in kloosters zijn tot nog toe alleen maar positief. Daarom vonden we het niet erg een kleine omweg van enkele kilometers te maken. Over kilometers gesproken: de aanduidingen voor de afstand blijken regelmatig niet te kloppen. Nu eens te royaal, dan weer te krap. Geen ramp, maar wel vervelend als je op een gegeven moment er bijna denkt te zijn, wat dan niet het geval is.
Zoals gisteren aan aangehaald verloopt het traject tot Cahors over de kalkhoogvlakte (Causse de Limogne), een gebied dat dunbevolkt is, met hier en daar een boerderij (‘mas’) die meestal niet meer deze functie vervult, maar omgebouwd is tot vakantieverblijf. In Limogne-en-Quercy hielden we halt om een terrasje te pikken en enige voorraad voor onderweg in te slaan. Verrassend was zonder meer om in de omgeving van Varaire een door Nederlanders uitgebate gîte, Clos des Escoutilles, aan te treffen. Een bord langs de weg nodigde uit om daar halt te houden om de picknick te gebruiken. ‘Consumptie niet verplicht!’ We maakten kennis met de Nederlandse uitbater die sinds 3 jaar volop bezig was om de gîte op te knappen in de oorspronkelijke stijl. Toch was hier en daar een typisch Nederlandse ‘touch’ te bespeuren. Het bloed kruipt ….
Vanaf Varaire volgen we gedurende enkele kilometers de 16e eeuwse Cami Gasco. In 1561 lagen er langs deze weg al twee herbergen waar reizigers en pelgrims konden overnachten. Later in de 18e eeuw werd langs deze Romeinse weg een kerk en een hospitaal voor pelgrims gebouwd. We vervolgen onze wandeling via Bach richting Vaylats. Een uit de grond gerukte paal met bewegwijzering maakt het ons op het eind van de wandeling van vandaag nog even moeilijk. Op goed geluk (intuïtie?) kiezen we een richting, die na ongeveer een kwartier lopen de juiste blijkt te zijn.
In Vaylats stellen we vast dat we toch niet de enige pelgrims onderweg zijn. In dit klooster, waar nog zo ’n 20-tal gepensioneerde zusters verblijven, gebruiken we samen met een 25-tal andere wandelaars de avondmaaltijd. We souperen met de zusters in dezelfde eetzaal, zij het dat de zusters aan aparte tafels zitten. Uiteraard wordt er vooraf gebeden en gezongen, waarna aan elke pelgrim verzocht wordt zijn naam en land van oorsprong te vernoemen. Na elk voorstelling zorgen de zusters voor een warm applaus. De maaltijd zelf bestond uit een stevige, maar moeilijk te definiëren soep, aardappelen met pasta en hamburgers met varkensgebraad. Het schijnt dat de kok op minder gasten had gerekend en ter elfder ure nog wat pasta en hamburgers bereidde, hetgeen de vreemde combinatie moest verklaren. Als dessert was en kaas en pruimen uit Agen. Aan tafel maakten we kennis met een Amerikaans stel, broer en zus, die al enkele weken onderweg waren en volop genoten.
Comments are closed.