27 juni 2012: van Portomarín naar Portos

Als je het plaatsje Portos probeert te vinden op een Spaanse landkaart, heb je veel kans dat je dit niet gaat vinden. Een gehucht van enkele huizen vlak vóór Avenostre, ook al geen grootstad. Reden voor mijn verblijf hier is dat ik vandaag niet wilde verder wandelen naar Palas del Rei, hetgeen eigenlijk wel voor de hand zou liggen.

In de eerste plaats vond ik 20 kilometer bij deze temperatuur meer dan voldoende. Vervolgens probeer ik de dagen tot mijn aankomst a.s. zondag qua afstand gelijkmatig in te delen. En tenslotte is daar weer het toeval, zo vaak bepalend op de Camino. Bij mijn stop bij de enige bar in Portos trof ik een wandelaar die ik een aantal dagen geleden ontmoette. Deze vertelde dat er naast de bar kamers verhuurd werden tegen een schappelijke prijs. Voor 15 euro de luxe van een eigen kamer, badkamer ter beschikking, handdoeken en beddegoed! Niet lang over nagedacht en Portos als stopplaats voor vandaag gekozen.

mijn onderkomen voor vannacht

Bovendien is de kans groot dat slaapplaats vinden in Palas del Rei problemen gaat opleveren. Dat zal de komende dagen niet minderen want vanaf Melide (aankomstplaats voor morgen) loopt de Camino Primitivo  (‘interior route’) samen met de Camino Francés en overmorgen voegt de Camino del Norte (kustroute) zich in Arzúa bij de Camino Francés. Maar goed, dat zijn ‘zorgen’ voor later en bovendien bestaat er altijd nog de mogelijkheid om, zoals vandaag, bij particulieren een kamer te huren.

de terrasjes onderweg worden steeds voller

Vanmorgen voor mijn vertrek moest ik mijn wasgoed nat inpakken. De vochtigheidsgraad was zo hoog dat bij een temperatuur van 34 graden het wasgoed niet droog werd. De voorspelde 33 graden voor vandaag werden keurig gehaald. Aanvankelijk leek het vanochtend te gaan regenen, maar het bleef bij dreigende wolken en een enkele druppel. Vanaf 10.00 uur klaarde het op en kwam de zon te voorschijn. Ook vandaag was het, net als gisteren, een onaangename kleffe dag. Dus weinig oog voor de omgeving en ploeteren geblazen!

toch ‘oog’ gehad voor deze merkwaardige silo’s waarin in Galicië maïs wordt gedroogd

en het eerste eucalyptusbos, ook typisch voor Galicië

Toch vond ik het heden minder afmattend.  Aangenaam verrast werd ik in Ligonde. Behalve dat zich hier een begraafplaats voor pelgrims bevindt, is er ook een albergue met een idealistische eigenaar. De private herberg wordt gerund door hospitaleiros die hier als vrijwilliger werken. Op de deur hangt een bordje met: stempel – koffie – water – toilet: gratis voor pelgrims. En inderdaad, ik werd er bijzonder vriendelijk ontvangen en kreeg gratis koffie aangeboden. Het blijft me verbazen dat langs deze toch gecommercialiseerde route dit soort initiatieven stand blijven houden. Puur idealisme. Fijn om dat te mogen ervaren.

albergue La Fuente del Peregrino, genaamd naar de bron in de buurt en waarvan hier gedronken kan worden

de sympathieke hospitalero van deze albergue

Nu ik voor de zoveelste dag het verslag van de dag aan het schrijven ben, komt de vraag bij me op waarom ik dat doe en dat blijf doen. Vooraf heb ik daar nauwelijks over nagedacht. Toen ik besloten had te gaan wandelen stond het voor mij vast: ik hou een blog bij. Het vraagt nochtans discipline om elke dag te schrijven, zo veel staat vast. Soms voel ik me te moe, of ontbreekt de tijd (ja, dat kan zo maar !) en een enkele keer voelt het een beetje aan als een verplichting. Ik weet ondertussen echter uit ervaring dat het een goed gevoel geeft als het verhaal weer eens op ‘papier’ staat. Ik heb dan het gevoel dat mijn dag compleet is en ik mijn inmiddels nalatend geheugen een steuntje geef om na mijn thuiskomst een aantal zaken te herbeleven. Vast staat immers dat de vele indrukken die ik opdoe niet allemaal vast te houden zijn. Opschrijven helpt daarbij. Natuurlijk schrijf ik ook voor de ander / de anderen, anders kon ik net zo goed een eigen aantekenboekje hanteren. Het dagjournaal is derhalve ook een kwestie van communicatie met het thuisfront, maar ook met mensen die weten dat ik onderweg ben. Uit hun reacties begrijp ik dat er met plezier gelezen wordt en men het gevoel krijgt mee op pad te zijn. Dat is, nu ik daar over nadenk, wellicht een reden om mijn schrijfdiscipline op peil te houden. Waarom schrijf ik dus over mijn Camino? Simpel gezegd: omdat het te mooi is om erover te zwijgen. Vraag blijft of je met dergelijke verslagen de essentie van de Camino kunt vatten en weergeven. Ik betwijfel dit sterk! Om die essentie te pakken te krijgen moet je immers zelf de weg gaan. Of zoals ik enige tijd geleden ergens las: nog altijd is de ‘weg’ wijzer dan de beste wegwijzer….

‘wegwijzer’ voor de Camino