22 juni 2015: van Gontán naar Vilalba.
De camino heeft de kust nu al weer enkele dagen achter zich gelaten en dringt de Terra Cha binnen, de grootste regio in het noorden van de provincie Lugo. Grote hoogteverschillen doen zich hier niet voor en derhalve liepen de 21 km van vandaag van Gontán naar Vilalba over een nagenoeg vlak parcours, ook al bevinden we ons momenteel op een hoogte van ca. 500 meter. Een vlak landschap dus met veel weidegronden ten behoeve van de talrijke koeien die hier grazen. Galicië staat voor landbouw en veeteelt, een plattelandsleven dat al eeuwen tot de tradities van deze streek behoort. Het eerste deel van deze etappe tussen Gontán en Goiriz ging langs weiden, dorpjes en mooie corredors met een bladerdak van inheemse bossen. Vandaag kreeg de omgeving in dit traject door de aanwezige ochtendmist een apart karakter. Af en toe waande ik me in een geheimzinnig Tolkiendecor. Mist, met daarachter een hardwerkende zon die de mist probeerde op te lossen, maar daar pas tegen elven in slaagde. De wegbermen kleurden weelderig paars en geel in een prachtig groen decor van varens. Het paarse vingerhoedskruid gecombineerd met hier en daar een klaverbloem, harmonieerde perfect met het geel van de uitbundig bloeiende brem. Naarmate de zon het meer en meer van de mist won, nam ook de intensiteit van de kleuren toe.

Ook vandaag moest de zon afrekenen met de ochtendmist. Prima weer voor de wandelaar, want dat zorgt voor een prima wandeltemperatuur gedurende de voormiddag.
Behalve de uitbundige natuur vielen er vandaag ook enkele andere zaken te bewonderen. Zo passeerde ik na Martinan de mooie Ponte Vella, een uit granietstenen gebouwde brug die deel uitmaakte van de vroegere koninklijke weg (Camino Real) van Mondoñedo naar Vilalba. Ze vervult nog altijd perfect haar functie door de pelgrim in staat te stellen de rivier de Batan over te steken. Vlak bij de brug heeft de dienst voor toerisme een knusse picknickplaats ingericht. In Goiriz viel de kerk van Santiago te bewonderen met daarnaast een neogotisch kerkhof met zijn talrijke siertorentjes die een schitterend contrast vormden met de inmiddels strak blauw geworden lucht.
De eerste bar die ik vandaag tegenkwam was pas na 15 kilometer. Ik was compleet vergeten eerder halt te houden, wellicht omdat daar ook geen aanleiding voor was. In een winkel annex cafe at ik een broodje met tortilla francesa (tortilla zonder aardappels) en kreeg er een bordje met verse tomaatenschijven bij. De daarbij geserveeerde olijfolie had zo ’n intens rijke smaak dat ik me moest afremmen in het alsmaar toevoegen van dit zo typische Spaanse olijfproduct. Enkele dagen geleden zag ik in een bar dat Spanjaarden bij het ontbijt hun toast rijkelijk met olijfolie besprenkelden en vanmorgen had ik voor mijn vertrek bij het ontbijt in een bar in Gontán als toastbeleg de keuze uit marmelade of olijfolie. Eureka!
In Vilalba heb ik de municipale albergue, die eigenlijk net voor Vilalba ligt, genegeerd en ik heb mijn intrek genomen in de privé-albergue in het centrum van deze laatste grote stad voor Santiago. Iets duurder, maar ook iets minder druk en met wat betere faciliteiten. Het hoeft niet altijd Spartaans. In Vilalba tref je alle voorzieningen aan. Een groot deel van de oppervlakte van deze stad wordt ingenomen door moderne gebouwen en kantoren. Als monumentale attracties vallen te noteren de 15e eeuwse Torre de los Andrade, intact gebleven onderdeel van een vroeger kasteel en nu parador. Heel prominent aanwezig is de kerk van Santa Maria, een godshuis uit de 19e eeuw, dat uitkijkt op het grootste plein in de oude stad.
Comments are closed.