21 juni 2015: van Mondoñedo naar Gontán.

Na een goede nachtrust werd ik omstreeks 7 uur wakker, mede doordat ik de eigenares hoorde, die passerende pelgrims van op afstand uitnodigde voor het ontbijt. Toen ik beneden ging ontbijten zaten er een Japanner en een pelgrim uit Litouwen aan de ontbijttafel. Meteen dus een start van de dag in zeer internationaal gezelschap. Na een hartelijk afscheid ging ik omstreeks 8 uur op weg voor een toch wel wat door mij gevreesde etappe met een 8-tal kilometers klimmen. De zon die voorspeld was, bleef nog even verstoppertje spelen, hetgeen alleen maar aangenaam was met het oog op de te leveren inspanning.

Na enkele kilometers trof ik een jong eekhoorntje op de rijweg aan. Ziek of uit de boom gevallen, ik weet het niet. Handen beschermd met wat toiletpapier en aan kant van de rijweg gezet. Laat de natuur haar werk nu maar doen.

 

Na een aanloop van enkele matig stijgende kilometers moest er aan het echte werk worden begonnen. Vanaf Lousada (enkele huizen) begint de zware klim over de Camino de las Fiosas, een oude middeleeuwse weg die de valleien met elkaar verbindt en waarlangs vroeger ook de pelgrims naar Compostela passeerden. De Duitse pelgrim waaarmee ik tot nog toe mee was opgestapt liet ik wijselijk in haar eigen, snellere tempo naar boven gaan. Na een dik uur klimmen was de top in zicht en volgde er een flauwe, gemakkelijke afdaling naar Gontán.

IMG_8661-BorderMaker

Tijdens zo ’n beklimming gaat bij mij alle aandacht naar de inspanning, het pad en af en toe een blik naar boven. Is het nog ver, kondigt zich al een vlakker stuk aan? Er is even geen tijd voor de dingen om me heen en soms, heel even, komt de gedachte bij me op dat ik mezelf toch wat aandoe met een dergelijke onderneming. Dat is niet het geval als de afdaling zich aankondigt of als ik lekker stevig onderweg ben. Dan word ik me bij tijd en wijlen weer bewust van het waarom van de hele onderneming. Want zo ’n lange wandeltocht is toch een hele bijzondere ervaring. Tegen zo ’n 4 à 5 kilometer per uur ziet de wereld er wel heel anders uit. De natuur lijkt veel groter (ikzelf en de rest van de wereld veel kleiner, waarbij er niet valt te ontkomen aan het besef van de eigen nietigheid). De details krijgen meer kans om ook werkelijk op het netvlies te komen. Het besef van zo veel kleuren groen in de natuur, de geluiden van vogels en wind die hun status van ‘behanggeluid’ verliezen en het loskomen van je eigen vertrouwde omgeving. Dit alles geeft een impuls om de natuur (opnieuw) met meer respect en eerbied te bejegenen.

 

Behalve bovengenoemde ervaringen is zo ’n camino-onderneming ook een ontmoeting met de historie, andere mensen en culturen. Aan de ene kant zijn er de historische plaatsen waar je passeert, die iets te vertellen hebben over wat hier, soms eeuwen geleden, gebeurde en het besef dat langs (delen van) dezelfde weg eeuwen en eeuwen geleden pelgrims liepen, deels met dezelfde motieven. Aan de andere kant zijn er de medepelgrims uit werkelijk alle delen van de wereld. Waar krijg je zo ’n gelegenheid om kennis te maken met mensen uit andere landen elk met hun specifieke achtergrond, wetende dat ook zij met dezelfde onderneming bezig zijn, al zijn de motieven soms zeer verschillend? Die gemeenschappelijke basis is de sleutel voor het eerste contact dat in een aantal gevallen, soms maar voor even, meer diepgang krijgt.

Dagen en dagen onderweg zijn plaatst je, hoe goed je een en ander ook hebt voorbereid, voor de verplichting je over te geven aan datgene wat op je pad komt. Kom ik vandaag op de geplande plek aan, vind ik er nog een bed, heb ik drinken genoeg bij en waar is eventueel een winkel, ga ik het fysiek en mentaal volhouden, zit ik nog wel (letterlijk) op het juiste pad? Allemaal zaken die niet (meer) te controleren zijn en waaraan je je moet overgeven. Zo bekeken is zo ’n camino ook een les in overgave en dat niet alleen. Want niet meer alle touwtjes in handen hebben, overgeleverd zijn aan het lot, de goedwillendheid van anderen, et cetera, maakt een mens nederig. Tenslotte zijn er de spirituele ervaringen. Soms is dat een ontmoeting met iemand anders waar je door geraakt wordt, een voor jou bekend lied of muziekstuk dat je onderweg beluistert en op dat moment een totaal nieuwe beleving en emotie oproept, een landschap dat opeens al zijn intrinsieke schoonheid prijsgeeft en je in vervoering brengt, de gedachte aan iemand of iets welke leidt tot een perceptie die je nooit eerder had of vergeten was, een op toeval gelijkende gebeurtenis waarvan je moeilijk kunt aannemen dat het toeval is …. Genoeg gemijmer over wat wandelen zoal met een mens doet.

IMG_8670-BorderMaker

Bij mijn aankomst bij de albergue in Gontán hadden al enkele pelgrims postgevat. De laatste dagen zijn er steeds meer berichten over volledig bezette albergues en pelgrims die doorgestuurd moeten worden. Dat spoort sommigen aan tot zeer vroege vertrektijden of korte(re) etappes. Bij aankomst in de dan nog gesloten albergue wordt de rugzak ‘in de file’ gezet. Als de albergue later open gaat, worden de inschrijvingen in de volgorde waarin de rugzakken staan, afgewerkt. Gontán vormt samen met Abadin eigenlijk één gemeente. Desondanks blijft het een onooglijk plaatsje op de Camino del Norte. Het feit dat er in deze plaats een 10-tal jaren geleden een albergue werd gebouwd door de overheid, maakt van deze plaats een etappeplaats. Moet ook wel, want het volgende onderkomen is in Vilalba zo ’n 21 kilometer verderop. Voor mij de aankomstplaats van morgen.

IMG_8675-BorderMaker