2 juni 2015: van Laredo naar San Miguel de Meruelo.
Vandaag heb ik een relatief korte etappe van 20 kilometer gelopen en toch was ik behoorlijk uitgeput bij aankomst in San Miguel de Meruelo. Wellicht is de verklaring hiervoor dat ik heel wat kilometers aan een te hoog tempo heb gelopen. Van bij de start een hoog tempo gelopen om de eerste boot te halen en vervolgens te snel gestapt in het kielzog van twee andere wandelaars over het strand. Niet echt slim, want ik was al vroeg op mijn bestemming.
De eerste boot naar Santoña vertrekt om 09.00 uur en samen met mij waren ook een 15-tal andere pelgrims van mening dat je maar best met de eerste boot mee kunt. Het was ruim 5 kilometer lopen vanaf de albergue naar de steiger van de overzetboot. Ik vond het wel verrassend daar op eens zoveel pelgrims bij elkaar te zien. Er zaten enkele bekende gezichten bij, maar het merendeel had ik nog niet eerder ontmoet. Die bootovertocht duurde maar enkele minuten, maar was nodig om een zeearm bij Laredo over te steken en zo te voorkomen dat er kilometers moest omgelopen worden. Dat zal in de komende weken nog een enkele keer gebeuren en strookt helemaal met de gedachte van de camino zoals die ook eeuwen geleden gelopen werd. Ook toen waren er (primitieve) overzetdiensten om lange omwegen te voorkomen, maar met minder betrouwbare lieden. Vaak werden pelgrims bedrogen door een buitensporig hoge tol te vragen in de wetenschap dat omlopen op dat moment toch geen optie was. Nu word je in enkele minuten voor 2 euro overgezet, elke dag tussen 09.00 uur ’s morgens en 22.00 uur ’s avonds.
Misschien kwam het door het op dat moment nog erg betrokken weer, maar ik kon de superlatieven die de reisgidsen en folders over de schoonheid Santona declameren, op geen enkel moment onderschrijven. Meer onder de indruk was ik van de immense penitentiaire inrichting El Dueso die ik in het volgende dorpje, Berria, passeerde. Wat speelt zich achter deze muren af en welke verhalen horen er bij elk van de ‘bewoners’? Het is overigens niet te accepteren voor de Basken dat ‘hun’ gevangenen niet in hun eigen regio opgesloten zitten, maar honderden kilometers verder, veelal in Andalusie. De Basken ervaren dit als pure pesterij vanwege de Spaanse overheid.

Penal de El Dueso: tijdens de Spaanse burgeroorlog en het daarop volgend Francoregime gevangenis voor politieke gevangenen. Nu penitentiaire inrichting voor delinquenten.
Na een poosje over één van de mooiste stranden van Cantabrië gelopen te hebben moest een korte, maar flinke klim over de El Brusco leiden naar het strand van Noja. Wat een klim! Steil, nauwelijks begaanbaar, met ongenaakbare rotsstenen en af en toe hoogteverschillen van 50 cm die je bij het klimmen tot waar klauterwerk verplichtten en bij het afdalen tot een sprong dwongen. Er waren zo waar twee fietsers die de klim, weliswaar met de fiets aan de hand, probeerden te maken. Dat hebben ze geweten! Uren hebben ze er over gedaan, te meten naar de tijd dat ze me weer passeerden.
Wat je na de klim echter krijgt is absoluut de moeite waard. Een schitterend strand met her en der verspreide lavarotsblokken tegen de achtergrond van met groen begroeide rotsen. Gedurende die 4 kilometer naar Noja kwam de zon ook haar opwachting maken en was het feest voor het oog compleet.
Hier even geposeerd voor een broodje en een cola aan kustprijzen. De resterende 6 kilometer naar San Miguel vielen me, zoals al bij het begin aangehaald, zwaar. De zon was nog wat feller gaan schijnen en het wandelen door het zand begon te wegen. Aangenaam gezelschap van een wandelaarster uit Nieuw-Zeeland maakte de laatste loodjes wat lichter. De albergue van vandaag is in alle opzichten verschillend van die van gisteren. Nieuw (staat nog niet in de gids vermeld), bijna uitsluitend Spanjaarden, veel lichtinval, profaner en uitbundiger, maar ook van alle gemakken voorzien. Avondmaal en ontbijt zijn hier mogelijk, en dat is geen luxe gezien de afgelegen ligging ten opzichte van de voorzieningen in het 2 km verderop gelegen dorp. Dat avondmaal viel overigens een beetje tegen. Een groepje Spaanse wandelaars staken hun ongenoegen hierover niet onder stoelen of banken. Demonstratief werd de eigen voorraad tevoorschijn gehaald uit de begeleidende auto. Ik mocht delen in hun rantsoen. Morgen op naar de hoodstad van Cantabrië, Santander.
Comments are closed.