19 juni 2015: van Ribadeo naar Lourenzá.
Het lijkt erop dat Santiago zijn magnetische aantrekkingskracht nu al uitoefent op de pelgrims. In de knusse albergue van Ribadeo waren om kwart over zes alle 12 de pelgrims uit hun bed en waren alle lichten aan. Wellicht dat de etappe naar Lourenzá daar ook een rol in speelt, want behalve 29 kilometer lang, zitten er ook behoorlijk wat klimkilometers in deze etappe. Reden voor mij om in mijn schema te voorzien te stoppen in Gondán of San Xusto, respectievelijk op 10 km en 8 km van Lourenza. Dat liep anders. Aangekomen in Gondán omstreeks 12.00 uur bleek de albergue pas laat in de namiddag open te gaan en 2 kilometer verder in San Xusto was de albergue gesloten wegens desinfectiewerkzaamheden. Ook hier heeft de bedwants blijkbaar toegeslagen!
Ondanks het feit dat ik behoorlijk moe was, zat er niets anders op dan naar Lourenzá te wandelen, echter pas nadat ik in San Xusto een flinke pauze had ingelast en voor wat energietoevoer had gezorgd. Bij de bar trof ik een drietal Fransen die op dit uur al aan de wijn zaten. Ze nodigden me uit aan te schuiven. Het werd een gezellig uurtje met onder andere een wijnbouwer uit de Elzas die al 2,5 maand onderweg was en 2 andere Fransen die hij onderweg was tegengekomen. De wijnbouw in Frankrijk, in het bijzonder in de Elzas, de vergelijking tussen de camino Francès en de camino del Norte, wat de camino zo al met een mens kan doen, het kwam allemaal aan de orde. Over dat laatste maakte zijn vrouw zich wel een beetje zorgen. Daarom was ze hem al 2 keer komen bezoeken en zou ze volgende week opieuw komen om samen met hem de laatste wandelweek te lopen. Vandaag had hij de teller op 2000 (!) kilometer staan en dat had hij samen met zijn compagnons letterlijk gemarkeerd op de wandelweg. Met de takken van varens hadden zij het getal ‘2000’ op de rijweg ‘ geschreven’. Toen ik vanmorgen deze aanduiding opmerkte wist ik uiteraard niet wat dit te betekenen had en ergerde me een beetje aan dit ecologisch ‘ vergrijp’. Toen ik hen dat vertelde, wuifen ze dat weg met de reactie dat er plenty waren en ze elk jaar weer vanzelf terugkomen. Later op de dag bleken ze in hetzelfde pension als ik te logeren. Ik had vandaag geen zin in weer een run op de plaatselijke albergue en bij het binnenlopen van Lourenza werd ik aangesproken door een vrouw die kamers verhuurde. Of ik even wilde een kijkje nemen. Voor 11 euro kreeg ik een uitermate nette kamer aangeboden, gemeenschappelijke badkamer en keuken. Zonder veel aarzeling ben ik op dit aanbod ingegaan.
De eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat ik me voor de etappe van vandaag toch een beetje zorgen maakte. Ik vond het dan ook een prettige samenloop van omstandigheden dat ik gisterenmiddag aangesloten had met een wandelgroepje van een zestal Spanjaarden, een Italiaan en een Duitse. Om kwart voor zeven gingen we op pad en hielden halt bij de eerste bar in Ribadeo om een ontbijt te nemen. Koffie, vers sinaasappelsap en toast of …. Santiagotaart. Tot mijn verbazing kozen alle Spanjaarden voor deze zoete, machtige amandeltaart als ontbijt. Bij het verlaten van Ribadeo bood de eerste klim zich aan en na 4 kilometer stijgen en dalen was het tijd voor het serieuze werk. Vanaf A Ponte de Arante gaat het gedurende 4 kilometer fors bergop over een onverhard wandelpad. De groep viel al snel uiteen, maar met nog enige reserve haalde ik de top. Na een afdeling van 2 kilometer moest er weer 1 kilometer erg steil geklommen worden. Dat was er eigenlijk voor mij te veel aan.
Ik merkte dat mijn concentratie zich beperkte tot wat ik in mijn lijf voelde en wat ik, zo ’n 2 meter voor me op de wandelweg zag. Waarom doet een mens zich dat aan? Waarom zo veel en zo lang wandelen? Een vraag waar ik wel op andere momenten mee bezig ben geweest en waarover ik nog één en ander hoop te schrijven in een van de volgende verslagen. Bovendien wist ik op die moeilijke momenten nog niet dat de opties om te stoppen in Gondán of San Xusto niet konden en ik daardoor nog een derde beklimming naar Cabarcos, op zo ’n drie kilometer voor Lourenzá ‘cadeau’ kreeg. Als ik dat vooraf zou geweten hebben, zo dat een serieuze mentale tik betekend hebben. Nu, na de pauze in San Xusto, ben ik aan dat laatste stuk begonnen met de mentale instelling dat dit allemaal winst betekende voor de volgende dag en ik realiseerde me dat ik vandaag eigenlijk drie keer de laatste 2 of 3 kilometer gelopen heb. En dat gaat altijd wat gemakkelijker.
Van Lourenzá valt vooral het klooster van San Salvador te onthouden. Het is verrassend om in zo ’n klein plaatsje zo ’n opmerkelijk groot gebouw, nu kerk, aan te treffen. Er is bovendien een opmerkelijke overeenkomst van dit gebouw met de kathedraal van Santiago. Niet zo verwonderlijk als nadien blijkt dat beide gebouwen het werk zijn van dezelfde architect.
Comments are closed.