18 juni 2012: van La Virgin del Camino naar Puente Y Hospital de Órbigo
Gisteren in La Virgin heb ik Arnould opnieuw getroffen. We hebben samen gesoupeerd en zonder echt af te spreken vandaag samen op pad gegaan naar Hospital de Órbigo.
Er lopen twee routes vanaf La Virgen naar Hospital de Órbigo. Je kunt het geloven of niet, maar wij zijn erin geslaagd een derde route te ontdekken. Enkele kilometers na La Virgin waren we de gele pijlen kwijt. Enkele Fransen die achterop kwamen verzekerden ons ervan dat we goed zaten en we volgden hen in het spoor. Na een tweetal kilometer viel het ons op dat er nog steeds geen gele pijl te bekennen viel. Een enkele Spaanse wandelaar die uit de tegengestelde richting kwam, kon ons met handen en voeten duidelijk maken dat we niet op dé Camino zaten, maar dat deze camino ons uiteindelijk ook in Villadangos del Paramo zou brengen. Deze camino liep evenwijdig met de autoweg van León naar Astorga en volgens onze kaart moesten we een aantal kilometers verderop vanzelf weer bij de echte route komen. Dat gebeurde ook. De Fransen die ons ‘op het verkeerd pad’ hadden gezet wisten niet beter dan ergens halverwege maar weer terug te lopen hetgeen hen een omweg van een slordige 7 kilometer opleverde.
Puente y Hospital de Órbigo is een charmant dorpje. Eigenlijk omvat het twee met elkaar verbonden dorpen. De naam verwijst naar de brug die de rivier de Órbigo overspant. Deze brug is beroemd geworden vanwege een historische gebeurtenis die hier in het midden van de 15e eeuw plaatsvond. Een ridder uit León daagde iedere ridder, die op het Jacobspad was en de brug moest passeren, uit voor een duel. Aanleiding was een liefdesbelofte (ook toen al!) die hij probeerde na te komen.
Het is ook deze brug die als het ware een einde maakt aan de lange stroken lopen naast de rijweg. Vanaf hier gaat het historische tracé via kleine dorpjes, ver van het verkeer van de rijweg. Het is nog maar een zucht tot de montes de León, daarachter ligt El Bierzo en dan komt Gallicië. Je merkt het, ik durf al een beetje dromen van Santiago.
De Camino kent ook zo zijn intriges.
Zo zijn er drie Nederlandse wandelaars, vertrokken vanuit Nederland (Arnould noemt ze ‘les trois frères’), die al ongeveer 2 weken op hetzelfde reisschema zitten als ik, maar nu opeens niet meer samen wandelen. Ongewild krijg ik de versies van verschillende kanten te horen (de Camino is een dorp!) en uiteindelijk blijkt het te gaan over het eerst in Santiago aankomen. Met andere woorden zoveel mogelijk kilometers per dag lopen. Jammer dat een mooi gegroeide vriendschap tussen drie volwassen mensen omwille van mannelijk haantjesgedrag teloor gaat.
Of neem nu Paul, een bijzonder sympathieke jongen uit het noorden van Nederland die ik in de tweede week in Torres del Rio ontmoette. Afgelopen zondag liep ik hem in Léon bij de kathedraal weer tegen het lijf. Enkele dagen eerder zat ik met hem op een terrasje toen zijn vriendin samen met haar moeder hem kwamen opzoeken. Paul zat er een beetje verveeld mee dat er van hem verwacht werd dat hij enkele dagen ter plaatse zou blijven met zijn vriendin, terwijl hijzelf wilde verder wandelen. De ontmoeting was niet echt hartelijk (“Paul, ik ben je tante niet”, sprak de vriendin na drie wangkusjes). Eén dag heeft de vriendin meegewandeld, waarna ze besloot dat het wellicht wijzer was enkele dagen Spanje verder te zetten in Bilbao zonder Paul. Of hoe wederzijds onuitgesproken verwachtingen tot onnodige teleurstellingen kunnen leiden.
Einde roddelrubriek.
Vandaag logeer ik in de albergue San Miguel, een bijzonder aangename, vriendelijke, familiaire herberg, Verse bloemen op de tafels, alle wanden voorzien van tekeningen en schilderijen (o.a. van gasten) en een uiterst vriendelijke en behulpzame eigenaar.
Alvorens vanavond te gaan souperen heb ik even een apotheek opgezocht voor nieuwe windsels en…. ben ik naar de kapper gegaan.
Comments are closed.