16 juni 2016: van O Pedrouzo naar Santiago de Compostela.
Songs: Gracias a la Vida – Mercedes Sosa en Cantares – Joaquin Sabina en Joan Manuel Serrat
Gedachte van de dag: De weg is belangrijker dan het doel, een boutade ik weet het, maar daarom niet minder waar en afgelopen weken opnieuw bevestigd. Een metafoor voor het dagelijkse leven.
Weer: droog tot 12.00 uur, wisselend bewolkt met ruime perioden zon. Ca. 17 graden
Om 6 uur vanmorgen was er geen houden meer aan. Nagenoeg iedereen was op dat tijdstip al uit bed en startensklaar. Dat betekent dat al vanaf kwart over vijf het geroezemoes begon in verband met het klaarmaken van rugzak en aanhorigheden. Sommigen houden hierbij nauwelijks of geen rekening met de doorslapers en voeren gedurende hun ‘werkzaamheden’ hele conversaties op ‘normaal’ stemvolume. Ik weet het, generalisaties zijn gevaarlijk, maar het valt me toch op dat het steeds Spaanse pelgrims zijn die zich hieraan bezondigen.
Van lieverlee ben ik dan om half 7 zelf ook maar opgestaan en gaan ontbijten bij de plaatselijke bakker. Dat was ik toch al van plan, net als voorgaande jaren, en maakte er nu dan maar een extra lang en uitgebreid ontbijt van. Ik had vandaag geen zin om mee te doen aan de ‘run’ naar Santiago om toch vooral vóór 12-ven te arriveren en zo de pelgrimsmis nog bij te kunnen wonen. Dat geeft bovendien een hoop gedoe, want je moet een plek zoeken waar je je rugzak kunt achterlaten. Sinds enkele jaren immers zijn rugzakken niet meer toegelaten in de kathedraal.
Rond kwart over acht stapte ik de panaderia uit en kon vaststellen dat het qua weer een mooie ochtend zou worden, ondanks de slechte weersvoorspellingen. Wellicht dat de voorraad hemelwater voorlopig uitgeput was gezien de hoeveelheden regen die gisterennamiddag en ook vannacht nog over Galicië neerkwamen. In dit vroege uur was hier en daar nog wat mist te bespeuren in de valleien en dat gaf mooie lichteffecten in combinatie met een aarzelend door priemende ochtendzon.
Later in de voormiddag brak de zon helemaal door en hiermee was deze laatste etappe qua weersomstandigheden een feest, ondanks de vele modder op sommige gedeelten van het parcours. Tijdens het wandelen probeerde ik het denken aan het naderend einde van de camino nog even te vermijden. Dat viel niet mee, want als je voor de 4de keer in vijf jaar tijd deze etappe stapt, dan biedt de omgeving geen grote verrassingen meer. De eerste 10 km blijven van een bijzondere schoonheid en lopen over brede onverharde wandelwegen door een bos dat vandaag de aanwezigheid van de talrijke eucalyptussen niet kon verbergen. De regen van de afgelopen dagen had alle stoffigheid laten verdwijnen en had plaats gemaakt voor de onmiskenbare, doordringende, kamferachtige geur van de eucalyptusboom, die in Spanje en vooral in Galicië werd geïmporteerd uit Australië en gebruikt wordt voor de productie van papier en eucalyptusolie. De plaatselijke bevolking is hier niet onverdeeld blij mee omdat de variatie in vegetatie hieronder lijdt.
Na 10 km stappen nader je het vliegveld van Santiago in en 5 km verder ligt Monte de Gozo. Nee, ik heb me niet gewassen in het riviertje met dezelfde naam (Lavacola) zoals pelgrims honderden jaren geleden deden om zich een beetje op te frissen en om zo toch nog enigszins ordentelijk in de kathedraal te verschijnen. Wel ben ik even afgedaald naar de oever het stroompje, enkele foto ’s genomen, en even stilgestaan bij de gedachte dat hier, eeuwen geleden, ook al pelgrims stonden die enkele uren later de kathedraal zouden binnenstappen.
Van Lavacolla gaat het, grotendeels over een stelselmatig klimmende verkeersweg naar Monte de Gozo. En nee, ook hier heb ik niet gedaan wat vele pelgrims eeuwen geleden plachten te doen, namelijk zich van vreugde op de grond werpen bij het zien van de torens van de kathedraal. Wel ben ik een paadje, dat naar de enorme albergue leidt, enkele honderden meters afgelopen. Vanaf hier was door het heldere weer één van de torens van de kathedraal te zien.
Vanaf Monte de Gozo gaat het enkele kilometers lang in een scherpe afdaling naar Santiago om daar, eens de binnenstad bereikt, de laatste 2 kilometers anoniem opgezwolgen te worden in het auto- en voetgangersverkeer van alledag. Even is het pelgrimsgevoel weg, maar eens de oude binnenstad bereikt, vormen de rugzakdragers weer een herkenbare meerderheid en stappen ze, sommigen strompelen, de laatste meters naar het plein voor de kathedraal, nadat ze de arcade gepasseerd zijn waar de immer aanwezige vrolijke Galicische piper hen bij wijze van serenade verwelkomt.
Het zit erop. Deze laatste etappe is me, ondanks mijn vooroordeel hierover heel erg meegevallen. Ja, er waren gedurende de laatste 10 kilometer de groepen jongeren luid pratend en lachend, al dan niet vergezeld van harde muziek. Ja, er was de herkenbare omgeving die niet meer echt kon verrassen. Ja, er was de weemoed van het naderende einde van de wandeling. Ja, er was de schrille tegenstelling tussen de rust van het eerste gedeelte en de hectiek van de laatste kilometers. Maar er was ook een Amerikaans stel dat ik al enkele keren eerder ontmoet had en opeens voor me opdook, wandelend hand in hand. Hen over dit romantische tafereel aansprekend zei de dame van het stel dat ze ‘after 37 years still love each other’.
Er waren in deze laatste etappe ook enkele reflecties over de afgelopen weken. Het was een mooie camino! Fysiek niet altijd gemakkelijk, maar de beloning was groot. Onvergetelijke natuurbelevingen, wondermooie en ongerepte landschappen, een geweldig parcours van veel klimmen en dalen dat zorgde voor een gezonde moeheid en uitputting, maar een even snelle recuperatie. Dat laatste, ik geef het toe, stemde tot enige trots (je kunt het nog Nico!). Er waren ook de stiltes in die uitgestrekte berglandschappen die het alleen zijn nog eens versterkten en onontkoombaar leidden tot zelfreflecties. Er waren ook de leuke, soms korte, soms langer durende toevallige contacten met medepelgrims waarvan een enkel mogelijk een vervolg krijgt. Er was ook, wederom, het gemis van thuis. Het vanzelfsprekende dat opeens niet meer vanzelfsprekend was en de (her)waardering hiervan. Ook de vaststelling dat onderweg zijn belangrijker is dan aankomen. Juist in dit onderweg zijn zit de vreugde, zit het genieten, zit het ervaren. Goed, er is een doel, elke dag weer opnieuw en er is ook een einddoel, aankomen in Santiago. Doch ook dit is slechts een voorlopig doel, want hierna zullen nieuwe doelen ontstaan en nagestreefd worden. De camino als metafoor voor het leven. Voorgaande wordt zo onnavolgbaar helder en treffend uitgedrukt door Jeroen Gooskens (in: ‘Ver onderweg’): “Uit vele wegen kan ik kiezen, slechts één pad kan ik gaan. Eenmaal onderweg vrees ik het eindpunt meer dan dat het wenkt. Niets is mooier dan onderweg zijn.”. Ik zou daar nog aan toe willen voegen dat al ligt het pad voor je open, keurig bewegwijzerd met pijlen en schelpen, uiteindelijk ben jij het die de weg gaat en maakt, jouw weg als unieke en eenmalige act die bij herhaling nooit meer dezelfde zal zijn. Ook dat lijkt me een metafoor voor het leven….
Comments are closed.