15 juli 2013: van Estaing naar Le Soulié.

Om 7.00 uur zaten we aan het ontbijt. Zoals gewoonlijk een ontbijt op zijn Frans, hetgeen betekent dat er jam, brood, koffie en thee is. Blijkbaar hebben de uitbaters de taken verdeeld, want vanmorgen was de heer des huizes onze gastheer. Niet zonder trots vertelde hij over zijn betrokkenheid bij het plaatselijk verenigingsleven. Hij raakte helemaal enthousiast toen hij op vraag van één van de gasten verzocht werd om commentaar te leveren op een foto van hem aan de muur. Ieder jaar opnieuw speelt hij een belangrijke rol in een soort massaspel dat de geschiedenis van Estaing evoceert. Even later werden met enige fierheid twee foto’s bovengehaald waarin hij, in middelseeuwse kledij uitgedost, aan de zijde prijkte van de voormalige Franse president, Valéry Giscard d’Estaing.

Bedoeling voor vandaag was om naar Golinhac (630 m) te wandelen, zo ’n 16 km. De wandeling verliep vandaag echter zo vlot, dat we al omstreeks 11.30 uur aan de lunch waren in Golinhac. Brood hadden we vanmorgen nog gekocht in Estaing en in een plaatselijk winkeltje in Golinhac vonden we kaas, yoghurt en water. Vlakbij de kerk, tegenover een restaurantje, hebben we heerlijk geluncht.

Toen we vanmorgen om half acht Estaing achter ons lieten was het nog lekker fris en de bomen aan de oever van de Lot zorgden bijkomend voor een aangename schaduw. De uitbater van ons pension had ons gewaarschuwd voor een pittige klim na drie kilometer (Montegut Haut). Die kwam er ook aan, maar in de zopas geschetste weersomstandigheden konden we dat goed verteren. We realiseerden ons nogmaals hoe verschillend het landschap thans is, in vergelijking met enkele dagen geleden op het Aubracplateau. Vandaag evenmin geen rotsachtige paden, maar in plaats daarvan paden overdekt met dennennaalden of een laagje stro.

Voor het eerst in al onze wandeldagen hadden we op enig moment het idee dat we de weg kwijt waren. Geen roodwitte balkjes meer, die anders zo rijkelijk aanwezig zijn. Een wegbeheerder die bezig was met het vervangen van een straatlamp, moest even glimlachen naar aanleiding van onze vraag naar de route, want zonder het te weten waren we op zo ’n 20 meter genaderd van de GR die daar onze loopweg kruiste. Het moet gezegd, weliswaar geen gele pijlen op deze Jacobsroute zoals in Spanje en Portugal, maar de bewegwijzering is uitstekend. GPS, kaart of routeboekje zijn op dit traject echt niet nodig, tenzij je ook geïnformeerd wil zijn over de plaatsen waar je voedsel kunt kopen en waar er waterpunten beschikbaar zijn. Je bij het begin van elke etappe informeren over de watertappunten onderweg voorkomt verrassingen en helpt je om te verhinderen dat je een te grote watervoorraad nodeloos meesleept. Op het vlak van waterkranen onderweg hadden we vandaag een minder prettige ervaring. Bij het watertappunt 2 km na Montegut stond te lezen dat je er ‘eau potable’ kon tanken. Het pompmechanisme vereiste dat je een draaiknop gedurende een 10-tal seconden moest aanhouden, waarna het water ging stromen. Het water was niet echt koel en enkele kilometer verder stelde Angelique vast dat er kleine wormpjes (?) of iets dergelijks in haar waterfles zwommen. We hadden toen al ruimschoots  van dit water gedronken. Onmiddellijk hierna hebben we onze watervoorraden gedumpt en in Golinhac onze flessen grondig gespoeld en opnieuw gevuld. Gelukkig hebben we hier geen klachten aan over gehouden.

het ‘gewraakte’ watertappunt op weg naar Golinhac

In Golinhac besloten we tijdens de lunch om nog enkele kilometers verder te wandelen. Voor de zekerheid wilden we dan wel vooraf een een slaapplaats reserveren om te voorkomen dat we straks ongewild nog een aantal kilometers verder moeten wandelen. In Le Soulié,  5 kilometer verderop, waren we welkom. Dat leek ons een prima besluit, want dan restte ons morgen voor onze laatste etappe naar Conques nog maar 16 kilometer te wandelen.

kerk in Golinhac

In Le Soulié werden we werkelijk heel hartelijk ontvangen in de Gite-du-soulier-de-saint-jacques. Dit gastenverblijf ligt in volle natuur, ver verwijderd van de bewoonde wereld en is een toonbeeld van rust. Rondom het verblijf zijn afgeschermde zithoekjes gecreëerd en is het aangenaam tot rust komen. Vrijwilligers, christelijk geïnspireerd, ontvangen hier pelgrims op weg naar Compostela. Men heeft er 11 slaapplaatsen en 1 yourt voor jonge pelgrims. Men gaat ervan uit dat je voor je verblijf, ontbijt en gezamenlijke avondmaaltijd een passende gift (donativo) doet. Ook pelgrims die er niet verblijven, zijn er welkom om even te verpozen en iets fris te gebruiken. Vlak langs de straat is daartoe een schaduwrijke zitplaats ingericht waar de thermoskannen met warme of koude drank klaar staan. Een geïmproviseerde Mariakapel, waar je ’s avonds mee kunt doen aan een bezinningsmoment, ontstreept het confessioneel geïnspireerde karakter. Toch gold ook hier, net als in St-Privat-d’ Allier dat er geen sprake was van opdringerigheid, laat staan zendingsdrang. Angelique en ik konden beschikken over een 2-persoons slaapkamer met douche en toilet.

passerende pelgrims worden uitgenodigd voor een drankje

‘Mariakapel’

één van de gasten beheerste de didgeridoo

Ook hier moesten onze rugzakken in een grote, stevige plastic zak alvorens ze naar het slaapkamergedeelte mee mochten. Het is de bedoeling dat ze daarin blijven tot je ze weer mee naar buiten neemt. Het is opmerkelijk dat men in Frankrijk, met toch beduidend minden passanten dan langs de Spaanse camino, zo alert is op de verspreiding van de bedwantsen (‘punaise des lits’). Beter voorkomen dan genezen zal het devies zijn. De avondmaaltijd, weliswaar wat ongewoon laat geserveerd omstreeks 20.00 uur, was voortreffelijk met als uitschieter een zeer smaakvolle courgettesoep. Toen men vernam dat ik in november a.s voor het eerst grootvader zal worden, kreeg ik een paar gebreide babyslofjes cadeau.