13 oktober 2013: van Rijkhoven naar Rutten.

Het is nog vroeg en druilerig als we het Apostelhuis achter ons laten op weg Rutten, de geplande aankomstplaats voor vandaag.

Bij ons vertrek bevonden we ons op één van de hoogste punten van de streek (112m). Via een flauwe afdaling gaat het richting Grote Spouwen.

We bevinden ons in ‘droog’ Haspengouw al zou je dit naar aanleiding van dit plaatje niet meteen denken.. Er zit hier kalk onder de leemlaag van ca. 1 meter dikte en dat is beter doorlaatbaar dan de kleilaag die in ‘nat’ Haspengouw onder de leemlaag zit.

Haspengouw: de streek van granen en suikerbieten, maar ook van chicorei en maïs. Hier en daar wacht nog een laatste rest maïs om geoogst te worden.

Al sinds de Romeinse tijd fungeert deze streek als graanschuur voor deze streken. Daar is hier weinig van te merken, want het graan bevindt zich al in de schuur.

Via een prachtige dreef krijg je, naarmate je dichterbij komt, een steeds mooier zicht op dit 18e/19e eeuwse neoclassicistische kasteel.

In 1990 heeft de familie van Rennes hier de eeuwenoude wijncultuur weer doen herleven. Sindsdien is de wijndruif in dit mooie landschap rondom het kasteel van Genoels-Elderen weer helemaal terug.

Tot pakweg een goede 200 jaar geleden ging men er nog van uit dat zwarte zwanen niet bestonden. Met andere woorden: onze zekerheden van vandaag blijken ‘morgen’ opeens niet (meer) waar te zijn. Een metafoor voor het leven?!

Met 22 hectaren wijngaarden is dit het grootste wijndomein in het land en verwelkomt jaarlijks 15000 bezoekers. Deskundige gidsen leiden U door het park, de wijngaarden, de rozentuin, de stokerij, het pershuis en 13de eeuwse wijnkelders.

We zijn net onder de autoweg gepasseerd en gaan richting Berg. Hier is vergissen onmogelijk. De plaatselijke leden van het Compostelagenootschap hebben samen met het Tongers stadsbestuur gezorgd voor de blauw-gele bewegwijzering.

We moeten, alvorens in Berg te arriveren, nog even de Galgenberg ‘bedwingen’ die samen met de Trappersberg en de kerkheuvel vroeger een strategische heuvelrug vormde en zo een goed uitzicht bood op de Jekervallei.

Op de achtergrond de romaanse Sint-Martinuskerk van Berg die statig uittoornt boven dit panoramische dorpje dat eens gelegen was aan de heirwegen naar Nijmegen en Keulen.

Hier is het uitkijken geblazen! Bewegwijzering ontbreekt. Je moet hier de huizen passeren terwijl je ze aan de rechterkant van de looprichting laat liggen. Je bent op weg naar het natuurgebied De Kevie.

Met de Jeker aan je linkerkant volg je de Oude Blaarstraat om bij de entree van natuurgebied De Kevie de Jeker te kruisen.

Wandelen in natuurgebied De Kevie: moerassen, rietkragen, beemdweiden en houtkanten kun je in dit natuurreservaat van de Oostelijke Jeker vanop de paden bewonderen. Nog even rust alvorens met de drukte van de stad geconfronteerd te worden.

Het is geen verrassing om in dit jaargetijde groepjes paddestoelen aan te treffen op afgestorven hout.

De gerestaureerde Moerenpoort, de enige overgebleven stadspoort uit het middeleeuwse Tongeren. “Moeren’ verwijst naar moerassen.

Het Sint-Catharinabegijnhof van Tongeren hoort bij de dertien Vlaamse begijnhoven die in 1998 opgenomen zijn in de lijst van het cultureel en natuurlijk werelderfgoed van de Unesco.

Wie waren deze begijnen? Deze vrouwen die, los van elke kerkelijk erkende kloosterregel, erin slaagden een zelfstandig leven te lijden, dit ten tijde van de “manneneeuwen”.

Zij zijn noch leek noch kloosterling. Naast de weg naar het huwelijk en naast de weg naar het klooster kiezen ze voor een derde weg. Ze zijn geen “madam” of “zuster”, maar “juffrouw”. Ze houden het midden tussen leken en kloosterlingen. Ze zijn noch van de wereld, maar leven wel in de wereld, noch van de kerk, maar leiden wel een religieus leven.

Het begijnhof is een typisch straatbegijnhof. Daar het begijnhof bij de grote brand van 1677 vrijwel volledig gespaard bleef, biedt dit stadsgedeelte de oudste voorbeelden van woningbouw in Tongeren. Op de achtergrond de begijnhofkerk.

In oorsprong een vroeg-gotische kerk uit eind XIII; uit deze periode dateren de oudste gedeelten (middenbeuk en koor) van silex; mogelijk was het schip toen voorzien van een houten plafond. De zijbeuken zijn weliswaar van mergelsteen, maar schijnen toch ouder dan het transept, dat dateert uit midden XIV.

In een van de vroegere begijnhofhuisjes bevond zich herberg De Pelgrim die op een nieuwe uitbater wacht.
Het fraai gerestaureerde gebouw(tje) dateert uit 1632 en bevindt zich pal tegenover de Begijnhofkerk.

In 2008 is de historische site van het Sint-Jacobshospitaal omgebouwd tot een shoppingcenter met 24 winkels en meer dan 250 parkingplaatsen. Het Sint- Jacobshospitaal is ‘omgetoverd’ in een winkelgelijkvloers rond een kloostergang en een binnenplein. De oude opgegraven Romeinse kelder fungeert als symbool van het evenwicht tussen traditie en technologie.
Geen voorbeeld van goede maak wat mij betreft.

Het Sint-Jacobusgasthuis of ‘Oud Hospitaal’ werd opgericht als herberg voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostela en was later een ziekenhuis voor poorters. Tussen 1846 en 1867 werden de huidige gebouwen opgericht in de vorm van een rechthoek met binnenhof. Pas na WO I kwamen belangrijke verbeteringen tegemoet aan de eisen van de moderne hygiëne.

Het nieuwe Gallo-Romeins museum is een ontwerp van Architectenbureau De Gregorio & Partners. Het gebouw heeft een sobere maar krachtige architectuur. Het is mooi geïntegreerd in het historisch hart van de stad.

Ambiorix waakt. Stad en wijde omgeving worden gedomineerd door de gotische toren van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Ontegensprekelijk één van de mooiste religieuze bouwwerken die ons land rijk is. Meer dan 300 jaar waren nodig om dit prachtig monument te voltooien.

Het Munthuis. Verkeerdelijk zo genoemd, want het eigenlijke munthuis lag aan de overkant. Dit rijke herenhuis dateert uit de 16e eeuw.

Bijna 2 km lang houdt de Jeker ons gezelschap en loopt over het Evermaruspad. Dit wandelpad wordt aangegeven met een blauw 6-hoekig bordje met een gele Jacobsschelp. Het pad maakt deel uit van de Via Limburgica. Langs deze weg trokken pelgrims naar het 2000 km verder gelegen Santiago de Compostella.

De Evermaruswandeling leidt tot aan de Evermaruskapel te Rutten en keert dan terug via witte 6-hoekige bordjes met een blauwe schelp. Het pad verbindt het stadscentrum van Tongeren met het typisch Haspengouwse dorp Rutten.

De Sint-Martinuskerk in Rutten.De kerk staat op een kerkheuvel te midden van een ommuurd kerkhof.In de 12e eeuw werd de oorspronkelijk kerk gebouwd, waarvan tegenwoordig de romaanse toren nog resteert. In de 1844 werd tegen de behouden romaanse toren een nieuwe kerk aan gebouwd.

Nog steeds, ieder jaar op 1 mei vieren de Ruttenaren hun patroonheilige op gepaste wijze. Het martelarenspel gaat terug tot het jaar 968 en verhaalt de moord op de pelgrim Evermarus door de roofridder Hacco. Na de processie door het dorp in de voormiddag, wordt in de namiddag het mysteriespel door de inwoners van Rutten in open lucht opgevoerd.
Comments are closed.