13 juni 2012: van Fromista naar Carrión de los Condes
Ik heb een afschuwelijke nacht achter de rug. Op een kamer met 8 bedden lag ik tussen 6 Italianen die tot ruim na 22.00 uur het nodige kabaal maakten. Eén van hen hoort in het Guinnes Book of Records thuis voor wat betreft het meest luid te kunnen snurken. Hier hielpen geen oordopjes aan. Om 05.00 uur ’s ochtends begonnen ze ongegeneerd hun rugzak te pakken. Een vriendelijk verzoek van mij om het rustiger aan te doen viel in dovemansoren (wilden of konden het niet verstaan; nochtans was de ondersteunde gebarentaal die ik gebruikte universeel). Van ellende ook maar om 5.30 uur opgestaan, mijn rugzak gepakt en het karig ontbijt (glaasje sinaasappelsap met een cakeje) naar binnen gewerkt.
Omdat het een korte etappe betrof had ik geen etensvoorraad ingeslagen in de veronderstelling dat onderweg nog wel wat te kopen viel. De eerste twee dorpjes liet ik links liggen, maar toen mijn maag zich meldde, bleek er geen winkel meer in de buurt. Beginnersfout! Enkele kilometers verder had ik nog amper energie om vooruit te komen en met veel moeite bereikte ik Villalcazar de Sirga, het laatste dorp vóór de eindbestemming van vandaag. Na een bocadillo (broodje) met kaas, koffie met melk en een energiereep lukte het na een half uur weer.
Na de lange etappe van gisteren kon er vandaag wat op adem gekomen worden. Via een goed aangelegd wandelpad, dat evenwijdig aan de rijweg liep ((!), passeerde ik alleen maar dorpjes waar niemand leek te wonen.
Het is een rechttoe rechtaan landschap zonder enige uitschieter. Carrión de los Condes is al van op zo ‘n 4 kilometer afstand waar te nemen, dus je moet als wandelaar wel enig geduld opbrengen om deze ogenschijnlijk kleine afstand te overbruggen.
Het is vandaag weer gaan opwarmen en dat maakte dat het wandelen in T-shirt weer heel goed aanvoelde, zonder dat de zon overmatig brandde. Lekker gewandeld vandaag en ook weer voor een uurtje de I-pod bovengehaald.
Twintig kilometer lopen in plaats van me te verplaatsen met de auto, 14 kilogram op de rug terwijl die net zo goed in de autokoffer kunnen, straks weer een albergue met wie weet welke kamergenoten: is dat niet weer een beetje terug naar vroeger toen je noodgedwongen voor deze vorm van reizen koos? Is de Camino lopen ook niet een beetje ingegeven vanuit de nostalgie naar het verleden, terug op zoek naar de goede ‘jonge’ tijd. Tommy Wieringa (o.a. Joe Speedboot) noemt de overgang van de jeugd naar de volwassenheid de stap van de rugzak naar een koffer op wieltjes. Van een draagbaar nomadenbestaan naar het overgewicht van een gesetteld leven. De vrije vogelvlucht gevangen in de traagheid van vaste banen.
Als bijna 60-jarige wil je ook nog wel eens wat avontuur en vluchten uit de traagheid van de vaste banen. Ik ben ervan overtuigd dat de Camino me hierin tegemoet komt.
Vannacht slapen in het klooster Espíritu Santo bij de zustertjes die me heel gastvrij ontvingen. De Belgica ! Reina Fabiola!
Comments are closed.