13 juni 2016: van Ponte Ferreira naar Melide.

Song: More than This – Roxy Music

Gedachte van de dag: Het is vaak moeilijker om iets van jezelf te vertellen, dan over je zelf.

Weer: Flinke regen de eerste uren, daarna af en toe een bui. Tegen de middag  zon. Temperatuur om en nabij de 18 graden.

De albergue gisteren was een zogenaamde all-in albergue: avondeten, slapen en ontbijten. Dat is praktisch, want je hebt alles bij de hand, maar tegelijkertijd is dat ook een beetje dichtgetimmerd. Je blijft ter plekke en je zit voor de rest van de tijd samen met dezelfde mensen. Voor een keer niet erg en bovendien was er gisteren geen andere keuze, want het plaatsje Ponte Ferreira telt maar enkele huizen en er is geen enkele bar of winkel. De paëlla was best lekker, zij het dat de mariscos zwaar onder vertegenwoordigd waren. Een pelgrim hoort echter niet te klagen!

‘Caminante son tus huellas, el camino y nada mas…’

Voor het eerst tijdens deze camino werd ik pas om 7 uur wakker en dan nog door de geluiden van de andere pelgrims die al een heel eind waren met de voorbereiding van hun vertrek. Een blik naar buiten maakte meteen duidelijk dat de weersvoorspelling helaas klopte. Het viel met bakken uit de hemel. Dat spoorde me in elk geval niet aan om maar een tandje bij te steken en ik besloot om het deze ochtend rustig aan te doen. De 20 km die voor vandaag op het programma stonden noopten niet tot een vroeg vertrek en misschien zou de regen wel wat afnemen in de komend uur. Toen ik bij het ontbijt kwam, waren behalve de 2 pelgrims die aan tafel zaten, alle anderen al op pad. Ik kon hierdoor geen afscheid meer nemen van de twee Fransen met wie ik nu al enkele dagen op hetzelfde schema zat. Ik weet van hen dat zij vandaag enkele kilometers verder wandelen, omdat zij woensdag willen aankomen in Santiago. Dan maar afscheid nemen via de mail.

Met de twee pelgrims aan tafel, een Amerikaanse uit Utah en een Fransman die in Brussel woont, heb ik er een uitgesponnen ontbijt van gemaakt. De Fransman loopt de camino in tegengestelde richting en de Amerikaanse is al ruim 30 dagen onderweg vanuit Saint-Jean. Het was een opvallend onderhoud. De Amerikaanse, nadrukkelijk erop wijzend dat ze geen Mormoon was – in Utah schijnen er veel Mormonen te wonen – toonde zich een belangstellende gesprekspartner. Ze luisterde aandachtig naar iedereen en stelde ook af en toe indringende vragen. De Fransman voerde hoofdzakelijk het woord, maar liet zich niet verleiden – of vond hij dat te moeilijk – om iets meer van zichzelf prijs te geven. Toen de Amerikaanse pelgrima het onderwerp religie aansneed en vrij direct aan ons vroeg of wij religieuze/spirituele motieven hadden bij onze pelgrimage en of we religieus praktizerend waren, antwoordde de Fransman dat Fransen nooit over godsdienst spreken in gezelschap….

Het weer zal de eerste uren heel onbestendig blijven en toch valt hier te genieten.

Zoals gezegd dus veel regen in het begin en dus maar vertrokken met de poncho en de regenbroek aan. Ik had blijkbaar toch wel wat naweeën van de lange en snelle etappe van gisteren, want het leek alsof ik niet vooruit kwam. Bovendien zorgde de poncho voor een onaangenaam zweetbad en bleef de regenbroek ‘lekker’ aan mijn benen kleven.

Nadat ik na een 10-tal km de poncho daarom toch maar uitgetrokken had, want het regende al een kwartier niet meer, begon het prompt opnieuw. Gelukkig passeerde toen net een Italiaan die zo vriendelijk was om me te helpen bij het opnieuw aantrekken van de poncho. Er moeten toch poncho’s bestaan die, zonder hulp van een tweede iemand, aangetrokken kunnen worden terwijl je de rugzak aan hebt? Iets voor als we weer thuis zijn. Ik sprak met mezelf af dat de poncho nu ook aan bleef tot in Melide. De warmte en het klamme zweet waren echter van dien aard dat ik een uurtje later besloot om de poncho opnieuw uit te trekken en het erop te wagen dat het niet opnieuw ging regenen. Melide is al sinds de 10e eeuw onlosmakelijk verbonden met de camino. Aan een kruispunt van wegen, op weg naar Santiago, ligt Melide zowel aan de Primotivoroute als aan de Norteroute, hetgeen mede verklaart dat hier altijd sprake is van behoorlijke drukte. Het 14e eeuwse hospital Sancti Spiritu aan de Plaza del Convento vervult nu de functie van streekmuseum. Het onderdak voor pelgrims wordt nu verzekerd door een aantal hostels, hotels en een 9-tal albergues. Keuze te over dus, zo lijkt op het eerste oog, maar in de topmaanden blijkt dit aantal voorzieningen soms ontoereikend!

Ondanks alles was het vandaag toch een fijne en mooie wandeling. Als gevolg van de regen toonde het landschap zich van zijn frisse kant. De bloeiende gele brem en de wilde heide in paars en wit waren weer volop aanwezig. Door een schakering van mist, bewolking en zon, vaak tegelijkertijd in de vergezichten aanwezig, kregen deze beelden iets schilderachtigs. Nog even moest er een goed doenbare klim van 700 meter afgehaspeld worden, om vervolgens in een luie afdaling naar Vilouriz te lopen, het eerste van de vijf gehuchtjes die doorkruist moesten worden, alvorens in Melide aan te komen. Een van die volgende gehuchtjes droeg zo waar de naam Compostela!

Schijn bedriegt….

De 700-meter hoogte ligt nu definitief achter ons. In de komende dagen blijven we tussen de 400 en de 500 meter wandelen tot in Santiago dat zelf op ca. 260 meter hoogte ligt. In Melide eindigt ook de camino Primitivo, want hier sluit de Primitivo aan op de Francésroute. Ik blijf nog even uit de drukte door te kiezen voor de albergue Alfonso II, die op zo ’n 300 meter vóór het samensmeltingspunt ligt. Geloof het of niet, maar in deze schitterend geoutilleerde, relatief nieuwe albergue verblijven we vannacht met amper 8 pelgrims. Blijkbaar nemen de pelgrims op de Francésroute niet de moeite om even om te lopen naar deze mooie albergue. Ze hebben ongelijk!