11 juni 2012: van Hornillos del Camino naar Castrojeriz
Vanmorgen ging ik opnieuw om 7 uur op pad. Volgens mijn gids is dit geen zware etappe, noch qua hoogteverschillen, noch qua afstand (21 km). Een eerste blik naar boven geeft niet meteen duidelijkheid of de regenkleding bovengehaald moet worden. Ik kies voor mijn fleece. Dat blijkt een goede keuze want het weer blijft wat onzeker: wind, bewolking, opklaringen en af en toe een spatje regen. Niettemin prima wandelweer. Een kop koffie en enkele biscuits als ontbijt genomen, meer is er niet in de albergue.
Het traject van vandaag liep over 2 mesetas, dat betekent even klimmen om op de eerste hoogvlakte te komen en na de hoogvlakte weer dalen om vervolgens hetzelfde te doen voor de tweede hoogvlakte. Tussenin, na 9 kilometer het ontbijt afgemaakt in Hontanas, een klein dorpje knus dat gebouwd is rondom de plaatselijke kerk, die wel een zeer prominente plaats inneemt in vergelijking met de kwetsbare huisjes er omheen.
Dan zijn er weer tot ongeveer 2 kilometer voor Castrojeriz eindeloze graanvelden die nu nog groen kleuren, maar binnen enkele weken het landschap ongetwijfeld een goudgele gloed zullen geven. Net voor Castrojeriz in de verte opduikt, loopt de route onder de raadselachtige arcade van het klooster van San Anton door. Deze weg maakt deel uit van het meest oorspronkelijke traject van de Jacobsroute.
Van het klooster, een gotisch bouwwerk uit de 14deeeuw, zijn alleen een paar muren en het middenschip overgebleven. Ook de gigantische poort, waar de rijweg onder door loopt, is nog overeind gebleven.
Hier hebben in het verleden duizenden pelgrims hun toevlucht gezocht om te overnachten. Nu is het de meest Spartaanse albergue van de hele Camino. Een particuliere herbergier heeft de ruïnes van het klooster ingericht met 12 stapelbedden en een paar dekzeilen. Er is stromend (koud) water en een douche, geen keuken of elektrisch licht. ’s Avonds wordt er verlicht met kaarsen. In een hoek van de ruïne staat er bovendien ook nog…. een coca-cola drankenautomaat! Onvoorstelbaar.
Castrojeriz was vroeger een burcht op de heuvel waarvan nu enkel nog een ruïne bestaat. De constante stroom van pelgrims naar Santiago heeft mede bijgedragen aan de economische opleving van het plaatsje. De camino loopt over een afstand van 1 km dwars door het dorp heen.
De albergue waar ik verblijf is één van de twee gemeentelijke albergues en wordt in deze periode gerund door een Duitse hospitaleiro. Netjes, niet te groot, 30 bedden niet naast en op elkaar gepropt, goede sanitaire voorzieningen en mogelijkheid voor ontbijt. Er is geen vaste prijs, maar een ‘donativo’ (= gift) wordt verwacht. In alle landstalen wordt de pelgrim duidelijk gemaakt dat het voortbestaan van de albergue afhankelijk is van deze giften (deze albergues kennen geen vorm van subsidiëring door welke instantie dan ook).
Ondanks de relatief goede wandelomstandigheden was het vandaag voor mij geen aangename wandeling. Ik slaagde er niet in allerlei onaangename gedachten van me af te zetten. Deze onrust vertaalde zich in een als maar toenemend wandeltempo. Telkens als ik omkeek bleek ik Arnould honderden meters achter me gelaten te hebben. Vanavond even met Angelique gebeld. Dat hielp. Morgen een nieuwe poging.
Comments are closed.