11 juli 2013: van Les Estrets naar Les Gentianes/Finieyrols.

We hebben er inmiddels een kleine 100 km op zitten. Van de Vlaamse feestdag is hier natuurlijk niets te merken. We zijn overigens, behalve de jongeman uit Leuven, nog geen Vlamingen tegen gekomen. Bij ons vertrek uit Les Estrets is de gastvrouw niet aanwezig. Ze heeft gisterenavond alles klaargezet voor het ontbijt, inclusief het brood. Dat was dan ook goed te merken.

Voor vandaag wordt er een wat mildere temperatuur voorspeld. Dat blijkt ook te kloppen in de loop van de dag. Bovendien staat er voortdurend een aangenaam licht briesje. We lopen vandaag van 940 m naar 1220 m. Geen groot niveaverschil dus. Het komt ons voor dat er op deze hoogte meer zuurstof in de lucht zit, hetgeen de fysieke inspanningen ten goede komt.

 

Na een uurtje wandelen bereiken we Aumont-Aubrac. Een charmant dorp ontstaan rondom een klooster in de 10e eeuw op het kruispunt van antieke wegen in de Auvergne. Het is de enige plek onderweg waar we ons vandaag kunnen bevoorraden en dat doen we dan ook. In het centrum valt er niet naast het (stand)beeld van ‘la bête’  te kijken. Op het marktplaatsje voor het gemeentehuis kijkt het beest vervaarlijk neer op iedere passant. Op het terrasje treffen we opnieuw de Leuvense student, die ondertussen het gezelschap heeft gekregen van vier Franse jongeren. Het is een gezellige bedoening op het terrasje. Even later maken we kennis met een jong Vlaams echtpaar dat samen per fiets, met hun 3-jarig zoontje achterop, op weg naar Pamplona zijn.

la bête de Gévaudan

op de terrasjes gaat het er gezellig aan toe

We verlaten het stadje en wandelen in een klein uurtje naar La-Chaze-de-Peyre. Onderweg maken we kennis met het typische landschap van de Aubrac: uitgestrekt grasland en op de toppen van de heuvels vooral veeweidebos en bos. Na La-Chaze-de-Peyre maken we een begin met de oversteek van het grote en verlaten Aubracplateau. We bevinden ons nu in het meest zuidelijke vulkanische deel van het Centraal Massief. De graniet is hier weer prominent aanwezig bij de afgelegen boerderijen die we passeren en in de lage gestapelde muurtjes die de uitgestrekte weilanden herleiden tot een groengele lappendeken van vers gras en welig tierende gele gentiaan. De kastanjebruine Aubracrunderen, een oud Frans ras dat gefokt wordt voor zijn befaamd rundvlees, verblijven hier onafgebroken vanaf mei tot oktober. De massale verhuizing van het vee van de lager gelegen boerderijen naar de hoogvlakte, de zogenaamde transhumance, gaat gepaard met uitbundige (folkloristische) feesten. Voor het eerst liep ‘le chemin’ dwars door deze weilanden en alhoewel de Aubrackoeien er door hun langere horens redelijk vervaarlijk uitzien, hoeft de passerende wandelaar hen niet te vrezen.

gentiaan wat de klok slaat (we zijn dan ook onderweg naar Les Gentianes!)

lappendeken…

De resterende 10 km naar Les Gentianes lopen door een idyllisch landschap: weidse open landschappen, tevreden koeien, murmelende beekjes, kleine meertjes en massa’s her en der verspreide granietblokken. De rijke en gevarieerde fauna vormde een onweerstaanbare uitnodiging om deze op de gevoelige plaat, nu ja digitaal, vast te leggen. Omstreeks 15.00 uur arriveerden we in de gite Les Gentianes, waar we de Belgen uit Binche ook weer aantroffen. Aangezien er geen tweepersoonskamer meer beschikbaar was, moesten we ons tevreden stellen met twee bedden in een gemeenschappelijke kamer van vier bedden. Angelique en ik kiezen beiden een bovenbed. Om 18.00  uur blijkt dat wij de enigen zijn in deze kamer. Toch een privékamer dus voor de prijs van een dortoir. Voor wie op de kleintjes let is dit pure winst!

’s Avonds serveert de kokkin de voor deze streek klassieke aligot met verse worstjes, een behoorlijk vullend gerecht bestaande uit puree vermengd met kaas, room en knoflook (op 1kg aardappelen wordt 450gr goed smeltende kaas, bijv. Tomme de Cantal, toegevoegd!).

aligot van het huis.

gite Les Gentianes