1 mei 2015: van Marsolan naar Condom.
Vanmorgen stond, zoals afgesproken, het ontbijt klaar. Geen gastheer te bekennen, maar alles keurig geserveerd. Voor koffie moest er enkel op de knop van het koffiezetapparaat worden gedrukt. Ook lagen er nog 4 euro retour omdat, zoals hij schreef, de service gisteren niet compleet was geweest.
Ook afgesproken, maar dan in de media, was vanmorgen de regen op de afspraak. En dat gedurende de hele dag. Geen stortbuien, maar een gezapige stroom van hemelvocht die ons al snel deed besluiten om de poncho aan te trekken, om hem pas weer uit te doen na aankomst in Condom.
Gisteren hadden we al overwogen om, in geval van regenweer, de omweg langs La Romieu links (in dit geval ‘rechts’) te laten liggen. Dat scheelt ongeveer 6 km of anderhalf uur minder lang door de regen. Dat we hiermee verzaken een belangrijke plaats aan de Chemin St. Jacques aan te doen, nemen we in dit geval voor lief.
De wijnranken zijn op deze etappe nadrukkelijk aanwezig. Ongeveer elke plaats claimt de beste Armagnac te maken en wie in een gesprek met de plaatselijke bevolking een vergelijking durft te maken met de Cognac wordt misprijzend afgestraft. Dat geldt ook voor de ‘floc de Gascogne‘ die door de leek wel eens vergeleken wordt met de Pineau de Charentes. Floc is een streekgebonden aperitief dat zijn oorsprong kent in de 16e eeuw. Het betreft een mengsel van 1/3 Armagnac en 2/3 vers druivensap afkomstig uit de streek en, afhankelijk van de gebruikte druif voor het druivensap, in een witte en een rosévariant verkrijgbaar is. Amandel, jasmijn, rozen, honing, zwart fruit en specerijen zijn kenmerkende aroma’s.
Onderweg ontmoeten we een Duits echtpaar uit Beieren. Ze wandelen in een langzaam tempo, maar toch besluiten we ons een poosje aan hun tempo aan te passen. Hij is 78 jaar en heeft een maand geleden een kleine beroerte gehad, nadat er bij hem een half jaar eerder als gevolg van hartproblemen twee stents moesten worden geplaatst. Vorig jaar hadden zij de wandeling moeten afbreken als gevolg van een knieblessure. Wat drijft iemand om in deze omstandigheden deze route te lopen? Wellicht een onjuiste vraag, of moet je vragen wat iemand tegen houdt. Elke dag probeerden ze een 15-tal km te wandelen in hun eigen tempo. Regelmatig kwam er een papiertje te voorschijn met daarop een gedetailleerde weergave van de hoogteverschillen in het terrein. Bij een volgende helling maakte hij duidelijk dat ze eerst een kwartiertje rust gingen nemen en daarna pas de helling zouden aanvatten. Zo kan het ook.
Op weg naar Castelnau-sur-L’Auvignon realiseren we ons dat we al meer dan een half uur geen bewegwijzering meer gezien hebben. We vrezen dan ook dat we ergens een afslag gemist hebben. Een eindje teruglopen tot bij een afslag levert evenmin helderheid, want ook daar geen bewegwijzering. We besluiten even te temporiseren om zodoende ingehaald te worden door twee wandelaars die we in de verte zien naderen. Onze ongerustheid was niet terecht. We zitten nog op de route en pas een kwartier later komen we de vertrouwde rood met witte tekens van de GR-65 weer tegen.
Rond de middag houden we halt bij la chapelle Ste-Germaine in Le Baradieu. Voor de kapel is een picknickplaats ingericht. Twee Franse dames die we ’s avonds in onze gîte ook weer zullen ontmoeten, hebben deze plek ook gekozen en zo wordt het, ondanks het slechte weer, toch een beetje gezellig met z’n vieren. Even later duikt ook Marieke op, de wandelaarster uit Amsterdam die we de eerste dag al ontmoet hadden. Zij had gebruikt gemaakt van het ruime portaal vóór de kapel om even te rusten en droog haar lunch te nuttigen.
De resterende 6 km gaan voornamelijk over verharde weg en door er stevig de pas in te houden arriveren we al omstreeks 14.00 uur in Condom. We hebben gereserveerd in Le Champs d’Etoîles, een fraaie gîte die sinds korte tijd uitgebaat wordt door de jonge en sympathieke Anne-Charlotte. Samen met 12 andere wandelaars gebruiken we de avondmaaltijd in de gîte. Helaas zijn we bij de reservering vergeten om te vermelden dat we geen vlees eten. We laten bij het hoofdgerecht de heerlijk geurende daube (vergelijkbaar met boeuf bourguignon) aan ons voorbijgaan en beperken ons tot de pasta met een beetje saus.
Wellicht mede door het druilerige weer worden we niet enthousiast van ons bezoek aan de stad. Op deze natte zondag ligt alles er wat troosteloos bij in deze voormalige bisschoppenstad aan de oevers van de Baïse. Er is amper volk en de oude 18e eeuwse herenhuizen stralen een grauwheid uit die je zo maar zou kunnen aanzetten om de tristesse in te duiken. Zelfs de drie musketiers, die samen met d’Artagnan een prominente plek hebben gekregen vóór de kathedraal, kunnen hieraan niets veranderen. Alleen de statige 16e eeuwse Saint-Pierrekathedraal biedt enige weerstand aan ons gevoel van onbehagen. We besluiten ook het interieur te bezoeken. Na twee kaarsen en een half uurtje bezinning verlaten we, iets milder gestemd deze mooie kerk en zoeken we ons verblijf op voor deze nacht.
Comments are closed.